Noteer alvast als beste sterfscène van dit theaterseizoen: Ludwig Bindervoet als (emotioneel) geknakt frietje, die omgeven door vettige dramatiek neerzijgt op de vloer van een frituurzaak, terugblikkend op een leven waarin hij niet zo krokant is geworden als hij had gehoopt. Denk daaraan als je in de snackbar weer eens een platgetrapt frietje op de grond ziet liggen. En denk vervolgens aan wat Bindervoet ons eerder in de voorstelling op het hart drukte: ‘Die snackbar is natuurlijk een metafoohoor!’

In BAS., na KID. (2018) de tweede jeugdvoorstelling van BOG. en hetpaleis, staat de bagage centraal die je nodig hebt om te leven: de enorme bak aan feiten, kennis en ervaringen die je voortdurend verzamelt, overboord kiepert en weer opraapt om het leven aan te kunnen. Drie wannabe-ballerina’s (natuurlijk óók een metafoor: als we geen geknakte frietjes zijn, dan wel klunzige balletdansers die zich van halfslachtige plié naar mislukte pirouette door het leven dansen) steken elkaar de loef af met weetjes, roddels en grootspraak. Van theorieën van Marx, Freud en Camus tot wezenlijke vragen zoals: wie heeft er al getongd?

Het is gelukkig theater, dus als blijkt dat al die random trivia baat heeft bij een concreet hier en nu, komen er van alle kanten decorpanelen de lege speelvloer op, en voor je het weet verhoudt de kennis zich tot een van de meest dagelijkse contexten uit het standaard-scholierenleven: de frituur. Want wat bestel je eigenlijk bij de snackbar, en hoe plaats je die bestelling, en hoe eet je die bitterbal vervolgens op? Iedereen gaat er maar vanuit dat je dat soort dingen weet, terwijl er bij al die duizenden dagelijkse handelingen die dag in dag uit van ons verwacht worden, zoveel valkuilen op de loer liggen. Zo beschouwd is het een wonder dat het nog zo vaak wél goed gaat, het leven.

BAS. ontpopt zich tot een geweldig onvoorspelbaar uur aan (meta)theater voor tienplussers, dat bloedserieus gespeeld wordt en daardoor tussen alle vrolijke ongein vaak ook heel kwetsbaar wordt. De drie spelers vullen elkaar perfect aan: Ludwig Bindervoet opzichtig ijdel, Lisa Verbelen meeslepend emotioneel en Annet Malherbe als schijnbare baken van rust en zelfverzekerdheid – het blijken zonder uitzondering aangeleerde poses die, net als hun ballettechnieken, al snel geen stand meer houden. Leven is vooral struikelen, in de meest brede zin van het woord.

Want gaandeweg blijkt niet alleen dat alle vergaarde kennis ontoereikend is en eerdere succesverhalen tamelijk overdreven of ronduit gelogen zijn, ook de meest basale handelingen, zoals iets oppakken en weggooien, lukken simpelweg niet meer. Dan is inmiddels ook alles uit proportie. Zelfs de rebelse boventiteling, die aanvankelijk nog vrolijk commentaar op de scène leverde en daarmee een slim bondje sloot met het publiek, kraamt uiteindelijk vooral onzin uit. Logisch ook: het is een bak met neonletters, niet de vriend die we er inmiddels van gemaakt hadden. Bijstellen, loslaten.

Na een leven lang leren is het vervolgens vooral de kunst te leren dat je eigenlijk niets kan, dat niets lukt en dat je niets weet. En wie dan nog (of opnieuw) op zichzelf en de ander vertrouwt, die weet pas echt wat basiskennis is.

Foto: Illias Teirlinck