Andries Tunru is ‘best lekker’, zoals hij het zelf zegt. ‘Maar zoals een lid van een boyband.’ Het vijfde, sneue, ideale schoonzoon lid, welteverstaan. Voor wie het niet meteen ziet, hoeft hij alleen maar even tof de zaal in te wijzen en een paar aanstellerige coupletten te zingen. Ja, het is een goede vergelijking. (meer…)
Een podium met gladde vloer en een projectie van een grote klok op een blok in het midden van het toneel. 16.03 uur geeft deze aan. Muzikanten komen in witte jassen het podium op. Boven de klok verschijnen drie operazangers. Zo begint De theorie van alles, naar concept van Naomi van der Linden en Hanne van de Vrie, in Studio Boekman van Nationale Opera & Ballet.
Op het midden van het toneel kijkt Nia, gespeeld door Houda Bibouda, met vriendelijke blik het publiek aan. In spoken word teksten van Roziena Salihu leren we haar leven kennen. De helft van haar tijd besteedt ze met haar oma, die wetenschapper is, de andere helft met haar tante in een dansstudio. Ze wil het allebei: wetenschapper én professioneel danseres zijn.
De gezongen en gesproken teksten zijn prikkelend en poëtisch doch begrijpelijk. In een spel van teksten, muziek en pauzes krijgt steeds een ander deel van het podium en daarmee een ander aspect van Nia’s leven aandacht.
Oma, gespeeld door Elena Vink, zingt omringd door flesjes helderblauwe, gifgroene en felrode vloeistoffen gepassioneerd en met hoge tonen over de theorie van alles, de natuurkundige theorie die zal verklaren of tijd echt bestaat. Tante daarentegen is te vinden in de dansstudio, waar zij zich met aardse, op traditionele Afrikaanse dansen geïnspireerde bewegingen, door de ruimte verplaatst. In de dansstudio klinken ritmische drums, in het laboratorium meeslepende cellomuziek.
De mix van opera, Afrikaanse ritmes en spoken word is verfrissend. Voor de jonge bezoekers is De theorie van alles een zachte kennismaking met zowel opera als natuurkunde. Wel zou zowel door de thematiek als het libretto de leeftijdsindicatie omhoog mogen. Ik hoor herhaaldelijk een ‘Papa, ik snap het niet’ naast mij en de jongste beentjes in de zaal beginnen al snel behoorlijk te wiebelen.
Met kleurige kostuums, prachtige belichting en toegankelijke dans spreekt de zoete jeugdopera zeker tot de verbeelding. Als er een gekleurde zon en een heldere maan verschijnen gaat er een zucht van bewondering door de zaal.
De voorstelling dendert razendsnel door. Er zijn weinig momenten van verstilling. De stemmen zwellen aan, de drums klinken luider, de cello wordt scheller en de dans intenser. Ik ervaar de gejaagdheid die hoofdpersoon Nia ook lijkt te voelen.Tot zij na een schreeuw besluit dat allerlei aspecten van zichzelf tijd en ruimte in mogen nemen. Wie weet helpt het dansen Nia wel om natuurkundige formules te kraken.
Foto: Fabian Calis
Recensie van Neil van der Linden voor basiaconfuoco:
https://basiaconfuoco.com/2023/12/22/de-theorie-van-het-alles-bij-de-nationale-opera/