Ruud Smulders is veel bezig met de dood van zijn ouders. Noemt zijn vader een liedje mooi, dan noteert de 36-jarige comedian het vast voor de uitvaart. In Rudiversum komen we er al snel achter dat dit macabere grapje niet zomaar uit de lucht komt vallen. Door de verslavingsproblematiek van zijn moeder is hij elke dag bezig met haar naderende dood.

Als solist is Smulders relatief nieuw in ons cabaretlandschap, toch draait hij al wat jaartjes mee. Sinds zijn cabaretgroep De Blonde Jongens en Tim in 2014 de publieksprijs op het Groninger Studentencabaretfestival won, werkte hij mee aan verschillende radio en televisieprogramma’s en op YouTube heeft hij een aardige following opgebouwd. In de covidjaren maakte hij twee programma’s als solist, wat Rudiversum toch al weer zijn derde soloprogramma maakt.

Met zijn platte voorhoofd, dat zijn ogen letterlijk overschaduwt, slanke lijf en woeste haardos is hij in zijn eigen woorden ‘een knotje verwijderd van ongezonde junk naar hypergezonde barista’. Snel kunnen schakelen is zijn voornaamste kracht: verwacht van Smulders geen moeilijke bruggetjes, bedachtzame pauzes of diepgravend gemijmer. Hij zet even gemakkelijk iets nieuws in als dat hij het plots weer afbreekt, en bij voorkeur is dat tussen hard, explosief en luidruchtig tegenover klein, ingehouden en lullig.

Die snelle schakelkracht gebruikt hij in dit programma om iets bijzonders te doen. Zit je je het ene moment nog met hem te verwonderen over de ontstaansgeschiedenis van gezegden, stapt hij het volgende moment op ernstige toon in een doorlopend verhaal over zijn moeders alcoholisme en het effect daarvan op hem en zijn familie.

Dat behoorlijk trieste verhaal doet zijn rumoerige zaal onmiddellijk stilvallen. Het is niet niks: zijn familie ziet hun moeder haar lijf verwoesten en loopt herhaaldelijk stuk op de onderhandeling met haar verslaving (‘Marie’). In zijn wanhoop neemt hun vader zijn zoons steeds meer in vertrouwen, stuurt hen ’s nachts foto’s van hoe ze erbij ligt. Met pure ernst en matte toon weet Smulders perfect over te brengen hoe zwaar de situatie op hen drukt.

En dan, midden in een zin, schakelt hij weer naar comedy. Voeren we een telefoongesprek met Galadriel van de naar zijn smaak veel te serieuze serie Rings of Power, of een ongemakkelijk gesprek met een niksige-gesprekken-man – ‘Ja ja, het is wat’, ‘Was het maar wat, dan had je wat’ – dat uitmondt in een behoorlijk gedetailleerde fantasie achter de uitspraak: ‘Geef mij zo’n wassen beeld van Jutta Leerdam, nou… Ik zou het wel weten’.

Rudiversum is kortom erg effectief opgezet: Smulders deelt met zijn persoonlijke familieverhaal een belangrijke levensles over strijden tegen verslaving. De humoristische uitvluchten houden ons bij de les. Het is wat het is. Mooier heeft hij het – toepasselijk genoeg – niet kunnen, of willen, maken.

Foto: Thomas de Wit