Good old Pietje Bell. Voor ondergetekende is het echt jeugdsentiment, door de bekende filmreeks van Maria Peters in 2002. Andere generaties zullen aan de kinderboeken van Chris van Abkoude denken, die de jongensboekachtige avonturen vol kattenkwaad in het vooroorlogse Rotterdam optekende. Het is daarom al meteen interessant dat REP Entertainment in het programmaboekje van Pietje Bell en de Bende van de Zwarte Hand aankondigt dat in deze theaterbewerking Pietje geen jongen is, maar een meisje. Een verfrissende keuze in een feelgood-musical.

Al vanaf de inloop zijn we in het klaslokaal van de strenge Josef Geelman. Op het bord staan duidelijke instructies. Het publiek moet rustig gaan zitten, mag geen snoep of chips eten, moet de telefoon uitzetten en heel hard gaan klappen als meester Geelman (Martijn Vogel) opkomt. Dat doen we ook. Al wordt de les meteen gestoord door deugniet Pietje Bell (Vera de Heus).

Het duurt even voor het plot op gang komt. Pietje ontmoet leeftijdsgenoot Sproet (Teun Meester) en hoort van het plan dat ene grootmagnaat Tromp een groot hotel (‘Tromptoren’) wil bouwen op de plek waar Sproet en zijn familie wonen. Samen met vrienden Peentje, Engel en Blikkie richt Pietje de Bende van de Zwarte Hand op, een groep die ervoor moet zorgen dat het plan niet doorgaat. De oprichting wordt kracht bijgezet door de door Fons Merkies fijn gecomponeerde showstopper Zwarte hand in hand. De melodie is het leitmotiv door de hele voorstelling en een zéér gevaarlijke oorwurm.

Deze nieuwe, charmante familievoorstelling blijkt al snel een van die voorbeelden van musicals waarin de kindercast eigenlijk beter uit de verf komt dan de volwassen acteurs (met uitzondering van Martijn Vogel, die meester Geelman geestig met nasale stem tot leven brengt). Hoofdrol Vera de Heus is een voorbeeldige Pietje Bell, met heerlijke pretoogjes en een aanstekelijke lach. In de regie van Bruun en Lotte Kuijt krijgt ze lekker de ruimte om groot te spelen. Daarbij is ze voor die leeftijd goed bij stem, al zijn sommige uithalen iets te ambitieus. Haar energieke spel maakt alles goed.

De grote uitblinker van Pietje Bell en de Bende van de Zwarte Hand is de rol van Peentje (Zoë Black). Black steelt de show door haar komische noot en lijkt een natuurtalentje waar we de komende jaren nog veel plezier van gaan beleven. De scène waarin ze vriendje Blikkie vraagt of hij misschien weleens gedacht heeft aan de diagnose ADHD zorgde voor een tsunami aan gelach. En terecht.

Het enige wat de musical ietwat verwarrend maakt is dat het niet helemaal duidelijk is in welke tijd het verhaal zich afspeelt. De kostuums en het decor van Joris van Veldhoven lijken Nederland rond de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw te illustreren, maar de huidige moderniteit duikt ook steeds weer op. Zo kunnen de personages bellen, heeft meester Geelman een inhalator en worden de krachttermen ‘vet’ en ‘cool’ gebezigd. Het is mierenneuken en het is de vraag of het erg is, maar het valt wel op.

Het maakt de vele kinderen in de zaal weinig uit. Zij hebben een fijne theatermiddag ervaren. Anderhalf uur is misschien wat lang, maar een goede middag vermaak is het zeker. Mét een ongelooflijke oorwurm!

Foto: Nick Franken