Onlangs zat ik op een vrijdagavond met mijn handen in een lauwwarme bak rozemarijnwater. Ik had op instructie van theatermaker Sien Vanmaele ingrediënten verzamelend, een kom, een handdoek en wat keukenspullen klaargelegd en op het juiste tijdstip op de Zoom link geklikt. Ze sprak mij en de negen andere kijkers zacht toe en begeleidde ons bij het maken van een weldadig bad voor onze kapot gewassen handen. Het werkte. (meer…)
De situatie is volstrekt onduidelijk. Is er nu wel of geen derde wereldoorlog aan de gang, is de pandemie nu wel of niet afgelopen? Martijn Kardol heeft geen idee meer. In een krachtig openingslied zingt hij nog onbekommerd: ‘De overheid helpt ons naar betere tijden, dus laten we feesten en zuipen en vrijen, het komt ook wel goed met een Jantje van Leiden.’
Maar in het verdere verloop van zijn derde voorstelling met de titel De situatie ziet hij ook wel in dat het niet zo vanzelfsprekend is als hij zong. Niets is meer vrijblijvend. Hij las altijd de krant met de gedachte dat het allemaal wel mee zou gaan vallen. Maar nu denkt hij: ‘Wat komt er nog meer op ons af?’
We zijn bedreven geworden in het veinzen dat er niks aan de hand is, we veinzen een samenleving die er niet is, misschien wel nooit is geweest. We schoten er in 1977 zelfs een ‘reisfolder’ voor buitenaardse wezens voor de ruimte in, een gouden plaat waarop de aarde als één grote bol van geluk, schoonheid en overvloed wordt voorgeschoteld. Een nieuwe lancering met een nieuwe plaat, zal de puinhoop laten zien die we er van hebben gemaakt omdat we niets kunnen oplossen en verwachten dat de ander dat wel doet.
Een sombere boodschap van een cabaretier in mineur? Welnee. Kardol fietst er anderhalf uur met de lach aan zijn kont doorheen. Behendig switchend van de grote naar de kleine dingen des levens en des werelds. Daar heeft hij originele en geestige gedachten over. Zo is De situatie echt een lekker programma geworden van deze verhalenverteller die met elke voorstelling beter en ook prikkelender wordt. De begeleiding van Wimie Wilhelm, die hem vanaf zijn debuut Bang (nominatie Neerlands Hoop) regisseert, heeft daar zonder twijfel mee te maken.
Kardol legt het soepel en zelfverzekerd aan met zijn publiek en weet de aandacht de volle anderhalf uur vast te houden. En hij is buitengewoon grappig met alledaagse verhalen uit zijn eigen leven en met zijn invalshoekjes op actuele zaken. Zoals zijn kijk op driekwart van ons sneue mensen die tijdens de lockdowns geen ‘cruciaal beroep’ bleken te hebben. En wat moet ons leger straks, als er oorlog uitbreekt en iedereen tot zestig in dienst moet, met consultants, interim-managers en BN’ers?
Kardol neemt en geeft ook ruimte aan wat bezinning. Jan Beuving schreef voor hem ‘Als ik ga’, een prachtige bewerking van Tom Waits’ ‘If I have to go’. Een hoogtepunt, ook omdat hij er zijn publiek in een paar seconden vanuit de hilariteit mee de stilte in weet te krijgen. Met dit mooie uitgebalanceerde programma bewijst Kardol dat hij een rasentertainer aan het worden is.
Foto: Ben Houdijk