Hij zit nog geen meter van ons vandaan, in de juiste kleur trainingspak van Adidas. Bijpassende sneakers. Telefoon in zijn hand. Schichtige ogen. ‘Ik ga hier nooit meer weg.’ De solo Project IK, handzaam opgezet om gespeeld te kunnen worden op middelbare scholen, begint vol vertwijfeling en wanhoop. Deze gast ziet enorm op tegen weer een dag vol teleurstellingen. (meer…)
Een zachte, wollige wereld is het, die van The Sheeptown Project. Fluisterende engelen in witte overalls ontvangen het publiek dat – schoenen uit, jas en tas opgeborgen – een plek mag zoeken op kussentjes op de grond. De nieuwe voorstelling van Alexandra Broeder is een mengvorm van een kindermis, een sjamanistisch ritueel, een oefening in mindfulness en therapeutisch theater.
In het Beautiful Distress House op de NDSM-werf is een soort tempel gebouwd (vormgeving: Sacha Zwiers) waar het publiek een ceremonie bijwoont. Centraal staat een enorme boom, versierd met schapenwol en voorzien van mooi versierde takken die als molenwieken kunnen draaien. De toeschouwers zitten grotendeels op de grond op een blauw tapijt met sterretjes op een al even mooi blauwfluwelen kussen, waar aan het eind een miniboompje uit groeit met een kruin van schapenwol, versierd met gekleurde haarbandjes en andere frutsels. Een meisjesstem begint te vertellen over hoe zij hier als ‘schapenkind’ is beland. Als het leven te ingewikkeld is voor je, kan je hier terecht. In Sheeptown is alles warm, zacht en veilig.
De toeschouwers worden om hun naam gevraagd, die op een kaartje wordt geschreven dat wordt bevestigd aan jouw boom. Sereen en ernstig kwijten de vijf kinderen zich van hun taak. Alles ademt de sfeer van rituelen. ‘Ben je weleens iets kwijtgeraakt?’, fluisteren ze vervolgens in je oor en ‘Sst, niet zeggen’: je hoeft het alleen maar te denken en dan vinden zij met een vingerknip het antwoord vanzelf boven je hoofd. Ze leggen vervolgens ieders ‘boomkruin’ van schapenwol met onze naam en onze ‘gevangen’ kwetsbaarheid ritueel neer bij de grote boom in het midden. Ze zingen:
‘Come on back to Sheeptown/
Come on back to Sheeptown/
You can find it deep-down/
You can find it deep-down’
Zo worden de kwetsbare ‘schapenkinderen’, zoals ze zichzelf noemen, gekoppeld aan de eigen angsten en onzekerheden van de toeschouwer. ‘De wond is de plek waar het licht binnenkomt’ is de achterliggende gedachte van de voorstelling, een parafrase van een tekst van de Masnawî, het meesterwerk van de Perzische mysticus Rumi. Via de ceremoniële rituelen zouden we ons bewust worden van onze eigen kwetsbaarheid en van de kracht die dat inzicht vervolgens op kan leveren.
Alexandra Broeder heeft vanaf 2007 een heel oeuvre opgebouwd waarin kinderen of jongeren een volwassen publiek meevoeren in een sinistere, onwennige wereld waarin voortdurend machtsspelletjes werden gespeeld. In 2017 ging ze in samenwerking met Frascati een verbinding aan met De Bascule, centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie in Amsterdam. The Well (2018) ging over het verglijden naar een andere, duistere wereld, gebaseerd op het werk van Haruki Murakami. In The Tree (2019) ging het over een jonge vrouw die probeert aan de verwachtingen van de maatschappij te ontsnappen door een nieuwe levensvorm te creëren en een boom te worden.
In The Sheeptown Project gaat ze nog een stap verder. Het ontregelende en schurende van haar eerdere werk ontbreekt hier; het is een lieve, zachte poëtische wereld. Het geluidsontwerp van Roald van Oosten en het licht van Varja Klosse benadrukken nog eens de ingetogen sfeer.
Foto: Kamerich & Budwilowitz