Dans waarbij niet het eindproduct centraal staat, maar waarbij de kwaliteit van het artistieke product wordt gedefinieerd in termen van de positieve invloed die het heeft op het leven van betrokkenen. Daar houden steeds meer dansers en choreografen zich mee bezig. Eén van hen is Dr. Marloes van Houten, die binnen het interdisciplinaire collectief Forge werkt aan kunstprojecten die sociaal-maatschappelijke en politieke thema’s aansnijden.
Al voor de coronapandemie en de explosie die in augustus 2020 een groot deel van de stad verwoestte, had Marloes van Houten (1982) het plan opgevat om naar Beiroet, Libanon, te gaan. Van Houten werkt intuïtief, vanuit haar gevoel en vanuit haar lijf. Zo drukt ze zich ook uit: Beiroet kreeg ze ‘op haar hart’. Het trok haar aandacht, ze voelde zich ertoe aangetrokken en ging zich erin verdiepen. In Libanon had ze een aantal vrienden, via wie ze haar netwerk uitbouwde. Ze maakte kennis met een lokale manager die haar hielp haar Beiroet-project op te zetten. Helaas liep een en ander door – opnieuw heftige – omstandigheden vertraging op. Maar het initiatief is niet van de baan. Bepaald niet.
Na haar danscarrière in binnen- en buitenland volgde Van Houten een Advanced Post Master Expressive Arts Therapy in Zwitserland en promoveerde ze aan de Lingnan University in Hongkong op het onderwerp kunst/dans in traumaheling. Met haar stichting Hearttohard – ‘We brengen het hart (heart) en kunst (art) naar ‘harde’ gebieden’, zegt Van Houten daarover – werkt ze al jaren aan projecten over de hele wereld waar ze dans en andere creatieve middelen inzet voor collectieve en individuele traumaheling. En met interdisciplinair kunstcollectief Forge werkt ze aan dans- en kunstprojecten die sociaal-maatschappelijke en politieke thema’s aansnijden. De focus ligt op gebieden waar door verlies en rouw weinig hoop gloort voor de bevolking, bijvoorbeeld omdat er sprake is van oorlog of natuurrampen.
In september 2020 wilde ze dan afreizen naar Beiroet, maar na de rampen waar de stad mee te maken kreeg, zag ze zich genoodzaakt om het project uit te stellen tot deze zomer. Ze hoopt dan het land te kunnen bezoeken en bij te dragen aan de heling van de stad via een voorstelling en via workshops gericht op het versterken van de lokale capaciteit om trauma en stress te behandelen.
Traumaverwerking via kunst
‘Ik splits in Beiroet de therapeutische kant en de performance kant. Met de therapeutische kant wil ik laten zien hoe je creativiteit in kunt zetten voor de heling van trauma. Wanneer een mens een overweldigende ervaring meemaakt, bestaat er de kans dat het lichaam deze ervaring niet goed neutraliseert en excessieve vecht-vlucht energie wordt opgeslagen in het zenuwstelsel. De laatste optie, na het vechten of vluchten, is bevriezen. Die reactie moet je na de ervaring weer uit je lichaam krijgen. Een hond doet dat bijvoorbeeld door de spanning letterlijk van zich af te schudden. Mensen hebben geleerd om die reactie te onderdrukken. Er wordt ons verteld dat we vooral redelijk en rationeel moeten kunnen vertellen over heftige herinneringen. Maar trauma ligt niet opgeslagen in woorden. Als je lichaam bevriest, dan moet het die opgeslagen excessieve vecht/vlucht energie daarna ontladen. Dat kan door lichaamsgerichte therapie zoals somatic experience. Als de bevriezing ontdooit, dan kan de excessieve vecht/vlucht energie langzaam ontladen. Pas daarna kun je werken aan emotieregulatie, verwerking en zingeving, dat heeft geen zin zolang de bevriezing nog in het lichaam ligt opgeslagen.’
‘Traumatisch geheugen heeft geen verbale capaciteit, het kan niet praten. Enkel een behandeling met cognitieve gedragstherapie werkt dan dus niet. Traumatisch geheugen ligt opgeslagen in de vorm van beelden en sensaties. Wanneer je mensen laat tekenen of fotograferen, dan legt het beeld dat ligt opgeslagen in het lichaam contact met het beeld daarbuiten. Je kunt bijvoorbeeld een serie kaarten neerleggen en iemand vragen een kaart te kiezen die het gevoel weerspiegelt dat ze destijds ervoeren. Ook ritme, beweging, muziek en dans zijn hulpmiddelen. Je moet praten met de traumatische herinnering in het lichaam in de taal die het trauma zelf spreekt.’
‘Voor veel mensen met een trauma is hun lichaam een bron van pijn geworden, waardoor zij zich gedissocieerd kunnen voelen van dat lichaam. De eerste stap is dan om via zachte bewegingsvormen, zoals bijvoorbeeld yoga, tai chi of dansimprovisatie, te leren opnieuw een connectie te leggen met het lijf. Je kunt namelijk niet werken met een lichaam dat er niet is, een lichaam waarin een mens niet echt aanwezig is. In Nederland is dat nog best nieuw en onbekend. Ik heb mijn PhD bewust in Hongkong gedaan, omdat ze daar op meer integrale wijze naar geneeskunde kijken. De mentale en medische zorg is daar meer met elkaar verweven. Bij bijvoorbeeld de behandeling van kanker krijg je niet alleen medische zorg, maar worden er ook kunstvormen voorgelegd aan jou en je familie. Kunst wordt daar meer gebruikt voor genezing, in Nederland lopen we daarin achter.’
In Libanon wil Van Houten ‘training voor trainers’ en workshops geven waarbij ze dans en andere kunstvormen inzetten als middel voor verwerking en genezing. ‘Kunst is als een leeg canvas waarop je van alles kunt uitproberen. Het is helend wanneer je een plek hebt waar de zaken op een andere manier kunt bekijken, over je grens kunt gaan, wetend dat het een schilderij is en niet je eigen leven. Wanneer je iets uitlegt, snappen mensen het niet altijd. Wanneer zij datzelfde ervaren in kunst, dan ervaren ze het in hun eigen lichaam. Zoals rondom het thema conflictgedrag, bijvoorbeeld. Ik vraag mensen dan eerst om in duo’s te werken met een strakke staccato bewegingskwaliteit, en daarna om vloeiend met elkaar mee te bewegen. Wanneer een mens vloeiend beweegt, blijft dialoog en connectie mogelijk.’
‘Wanneer je dat koppelt aan je eigen leven, dan leer je dat het niet werkt wanneer je in een conflict meteen heftig weerstand biedt en in de tegenaanval gaat. In plaats daarvan kun je de opening in dialoog te zoeken. Dat is wat we willen leren.’
Community art
‘Theater en dans maken we samen met de community. Dat kan een heel mooi groeiproces teweeg brengen, mits je goed je grenzen kent als maker/therapeut.’ Van Houten benadrukt dat community art niet als vervanging voor therapie mag worden gezien.
‘Het is niet slim om therapie aan te bieden wanneer je daar niet in bent gespecialiseerd, tenzij je als theatermaker samenwerkt met een therapeut of beide achtergronden hebt. In een theaterstuk behandel je geen trauma, maar je geeft deelnemers wel iets waar ze in het dagelijks leven iets aan hebben.’
‘Als maker moet je daarin heldere beslissingen nemen. Hoe geef je zowel ruimte aan therapeutische processen en maak je tegelijk theater? Vanuit therapeutisch inzicht wil je ruimte geven aan persoonlijke groeiprocessen, maar artistiek gezien is het soms logisch om een bepaald stuk te schrappen in het uiteindelijke werk. Ik heb moeten zoeken naar hoe je het artistieke en therapeutische samenbrengt, en ik denk dat ik wel iets heb gevonden.’
‘Met iemand die technisch gezien niet zo sterk is, maar wel mooi meedoet in het proces, ontwikkel ik iets aan de rand van het podium wat minder technisch is, maar wel volledige aanwezigheid vereist. Ik communiceer altijd duidelijk dat iedereen gelijkwaardig bijdraagt aan het geheel van het stuk. Degenen die technisch gezien sterker zijn, krijgen dan een meer leidende plaats op het podium. Zo vermijd je een clash tussen het therapeutische proces en de artistieke beslissingen met betrekking tot wat er uiteindelijk wordt neergezet.’
Collectieve traumaheling
Van Houten heeft een holistische visie op traumaheling en verbindt collectieve traumaverwerking met traumaverwerking gericht op het individu. ‘In het kader van collectieve heling kun je bijvoorbeeld kiezen voor een stuk in een dorp of wijk over een bepaald onderwerp dat daar speelt om op die manier zaken zichtbaar te maken.’ Ze denkt dat dansers een rol kunnen spelen in het zichtbaar maken van collectieve trauma’s, omdat zij op hun opleiding de vaardigheden aanleren om aan te voelen wat er speelt.
‘Een danser leert zich heel bewust te worden van lichaamssensaties. Wat ruik je? Wat hoor je? Wat zie je?’ Ze beschrijft hoe dansers leren reageren op elkaars lichaam in bijvoorbeeld contactimprovisatielessen, en spelen met de energie van het publiek tijdens een voorstelling. Daarnaast zijn ze gevoelig voor de sfeer en energie in hun omgeving, en leren daarop reageren. ‘Dansers kunnen de samenleving dienen met die zintuiglijke kwaliteiten. Als je je als danser in een gebied bevindt waarin een bepaalde geschiedenis heeft plaatsgevonden, dan kunnen die verhalen in de lucht hangen en de sociaal-economisch verhoudingen vandaag de dag bepalen. Welke oude verhalen daar zijn nu nog relevant? Hoe geef je daar een nieuwe kijk op? Dansers en dansmakers kunnen een rol spelen in vormen van geschiedschrijving. Er bestaat een dominante manier van denken over de indeling van een stad en het documenteren van de historie daarvan. Dat zijn politieke beslissingen: wat wordt wel verteld, en wat niet? Elk volk heeft dingen weggelaten uit zijn geschiedenis. We vertellen in de Nederlandse geschiedenisboeken bijvoorbeeld bijna niets over de boerenoorlog in Zuid-Afrika, of de nare verhalen rondom de VOC. In elk land en elk dorp zijn – of waren – er patriarchale structuren die bepalen welke geschiedenis wordt verteld. Zijn er mensen die gemarginaliseerd worden. Je kunt gebruik maken van zintuiglijke sensitiviteit en zo zoeken naar verhalen die er wel zijn, maar tot dan toe niet zijn verteld. Je vertelt dan een alternatieve geschiedenis.’
Van Houten beschrijft hoe ze deze verbeeldingskracht zelf inzette voor Beiroet. Na de explosie die een groot deel van de stad in augustus 2020 verwoestte, zocht ze naar een manier om weer in de stad te laten geloven. ‘De Genius Loci, ofwel de spirit of place, is de sfeer die je voelt in een stad. Elke stad heeft een eigen effect op mensen. Beiroet stelde ik mij na de explosie voor als een trotse, krachtige vrouw die onder het puin ligt. Ik kreeg het beeld dat Beiroet niet dood is, maar levend. Mensen moeten echter in haar geloven voor zij kan herrijzen. Beiroet was vroeger het Parijs van het Midden-Oosten.’
Daarom besloot Van Houten een danssolo te maken in samenwerking met choreograaf Ahmad Joudeh, die ze op de ruïnes in Beiroet zou dansen. De solo was bedoeld als statement om de hoop en het geloof in ‘Lady Beiroet’ weer te doen herrijzen. Helaas gooide de coronacrisis roet in het eten en moest ze de solo op die fysieke plaats uitstellen. Wel gaf ze de voorstelling online. ‘Een deel van de Libanese community heeft die gezien. Ze vonden het heel mooi, maar zelf vond ik het lastig. Lokaal is zo’n solo krachtiger dan op afstand. De solo kreeg niet de plaats die die zou moeten hebben. Gelukkig lukt dat wel deze zomer, al is de boodschap dan minder krachtig dan vlak na de explosie.’
Foto: Anna Smakman
Meer informatie over het project en een crowdfundingsactie zijn hier te vinden.