Het internationale project A Play For the Living in a Time of Extinction wordt op iedere plek waar het wordt gespeeld opnieuw gemaakt, met lokale makers en performers. Op uitnodiging van het Holland Festival nam Floor Houwink ten Cate de Nederlandse versie voor haar rekening. (meer…)
Onverbiddelijk worden de stellen uit elkaar gehaald door de vriendelijke vrijwilligers van het Grachtenfestival en een voor een worden de bezoekers begeleid naar hun zitplaats, keurig op anderhalve meter van elkaar. Het is bijna een voorstelling op zich, een zorgvuldig gechoreografeerd ritueel, zeker omdat het zich in de gewijde omgeving van een kerk afspeelt.
Het past heel goed bij het thema van de voorstelling: een reflectie op deze coronatijd van stilte en verdriet over een abrupt afgebroken toekomst. In de 17e-eeuwse Zuiderkerk speelt zich Within Time af, een nieuwe muziektheatervoorstelling, speciaal gecreëerd voor het Grachtenfestival. De voorstelling komt in plaats van het oorspronkelijke geplande From the sun’s perspective dat is uitgesteld tot 2021.
Within Time is een productie van House of Makers voor een viertal musici (piano, viool, cello en basgitaar), twee zangers (bariton en sopraan) en één danser. Het publiek zit rondom in de rechthoekige ruimte; de piano staat centraal en eromheen staan wat stoelen waarop de musici af en toe plaatsnemen. Meestal dwalen ze, net als de zangers en danser, door de grote ruimte waarin overal witte linten liggen.
Monteverdi’s Lamento della Ninfa vormt het beginpunt voor een muzikale reis die voert door vier eeuwen muziekgeschiedenis, van Monteverdi en Purcell tot Satie en Sjostakovitsj (muzikaal advies: Arnout Lems). De repertoirekeuze is mede tot stand gekomen na een oproep aan muziekliefhebbers om de muziek te noemen die voor hen het beste iets vertelt over de merkwaardige tijd sinds maart 2020, toen we ons opeens geconfronteerd zagen met iets dat uitgestorven en ondenkbaar leek: een pandemie die wereldwijd hard ingrijpt in het leven van iedereen en van alledag.
De voorstelling is opgedeeld in drie hoofdstukken: Lonely Voices, Meditations en Light. De eenzaamheid overheerst in de begintijd: de (meeste) contacten verbroken, iedereen in zijn eigen cocon, angst, onzekerheid. In het tweede deel, Meditations, ontstaat er rust en ruimte en het derde deel bezingt de hoop op een nieuwe tijd, Light.
In de voorstelling worden de diverse emoties tijdens de periode van lockdown aan elkaar verbonden, vertrekkend vanuit Monteverdi’s Lamento della Ninfa waarin een jonge vrouw zingt over het diepe verdriet dat zij voelt als haar geliefde haar in de steek heeft gelaten. Er wordt prachtig gezongen door sopraan Brigitte van Hagen, begeleid door basgitaar, een onconventionele keuze.
Een voor een vallen de andere musici in. Ze bewegen mee met de muziek: de pianist legt verdrietig het hoofd op de piano, de violiste vleit zich neer op de marmeren vloer, er is een voortdurend bewegen. Een nadeel van de centraal in de ruimte staande piano is dat er, in elk geval voor de mensen aan de ‘korte’ kant, een voor en een achter is ontstaan waardoor de eenzame danser niet altijd goed zichtbaar is.
Een theatraal element vormen de witte elastieken linten (ontwerp: Dieuweke van Reij) die overal verspreid over de vloer liggen en in de loop van de voorstelling eerst worden vastgemaakt aan de zuilen, waardoor een heel web ontstaat. Een lijnenspel waarin de grenzen en beperkingen worden aangegeven maar ook de nieuwe mogelijkheden tot verbinding. Mooie vormen levert het op, al is het gewandel met linten soms ook afleidend. Halverwege begint iemand de elastieken aan elkaar te vlechten en aan het eind zijn ze allemaal aan elkaar verbonden.
Jammer is dat de muziekfragmenten nogal kort zijn. Vooral het adembenemende duet ‘Pur ti miro’ uit Monteverdi’s L’Incoronazione di Poppea– ‘Zolang ik je bewonder, zolang ik je begeer, zolang ik je omhels, zolang ik je omarm, zal er geen pijn meer zijn, en geen verdriet (…)’– is zo mooi dat je het veel langer zou willen horen. Gelukkig wordt dan afgesloten met ‘Morgen!’ van Richard Strauss, een lied van hoop en verlangen: ‘Und morgen wird die Sonne wieder scheinen, Und auf dem Wege, den ich gehen werde,Wird uns, die Glücklichen, sie wieder einen (…).’
Foto: Melle Meivogel