Het klimaat laat zich steeds meer gelden – zelfs in de dans. De Poolse choreografe Aleksandra Lemm, supported artist van ICK Amsterdam, zoekt in Tipping point het omslagpunt, de kritieke grens waarna terugkeer niet langer mogelijk is. Los van de vraag of we dat punt al voorbij zijn leidt dat tot een voorstelling waarin op verschillende manieren naar balans wordt gezocht.  

Over het podium zijn in een ingewikkeld diagonaal verband dikke zwarte kabels gespannen, sterk genoeg om een mens te kunnen dragen. Achter op het speelvlak houdt Aleksandra Lemm een grillige tak van een meter of drie op zijn punt in evenwicht. Als ze op de grond ligt, laat ze de tak boven haar hoofd heen en weer draaien, als de balans in een klassieke klok.

Van links naar rechts over het podium ligt een lange baan zwarte stof. Door de tak daarop te laten draaien, wikkelt die zich om de basis van de tak. Het is een ingewikkelde manier van opruimen, maar het ziet er mooi uit.

In het tweede deel van de voorstelling speelt de kabel de hoofdrol. Lemm trekt een lange draad heel langzaam op haar schoot. De draad blijkt verbonden te zijn aan een platformpje op wielen. Via de lichtbrug is de kabel verbonden aan een lange frommelige rol plastic die rechts naast het podium ligt. Door de kabel aan de riem om haar middel te verbinden en op het karretje door de ruimte te rijden, trekt ze het plastic omhoog dat een bijna menselijke gedaante aanneemt; als een geest rijst die op.

In het laatste deel is Lemm door een lange kabel verbonden aan de muur. Wild of met balletbewegingen aan het eind van de draad zoekt de mens hoe ver zij kan gaan.

Interessant is de manier waarop Lemm opereert op de grens van beweging en beeldende kunst; Tipping point kun je een installatie noemen. Het stuk heeft mooie beelden, maar Lemm heeft het ideale ritme van haar performance nog niet gevonden. Ze spint de handelingen zo breed uit dat een voorstelling van een half uur best een uur kan duren. Dat vraagt veel van het publiek.

Foto: Gina Broeders