Onlangs voerde ik een ethische discussie met mijn huisgenoten over de vraag of we een poetsvrouw zouden nemen of niet. Want een poetsvrouw, dat is toch een moderne slavin? Of steunen we hierdoor net rechtstreeks iemand die onderaan de economische ladder bengelt en is dat dus een goede zaak? Rond deze kwestie, maar evenzeer rond zoveel meer actuele en relevante topics, brengt Tg Stan de fantastische toneelavond Wat/nu.

Voor het eerst in tien jaar staan de vier kernleden van Stan nog eens samen op het podium zonder andere gastacteurs. Deze ‘reünie’ zorgt voor een hernieuwde energie en bewijst nog maar eens wat voor klasbakken Jolente De Keersmaeker, Sara De Roo, Frank Vercruyssen en Damiaan De Schrijver zijn. In Frankrijk zijn ze wereldberoemd, in Vlaanderen gaan ze al meer dan 25 jaar mee en ook in Nederland heeft Stan nog steeds vele speelplekken.

Naast successen met klassieke toneelstukken van Ibsen, Tsjechov of Pinter, heeft dit collectief ook een neus voor straffe recente teksten, zoals in 2014 nog Kunst van Yasmine Reza. Wat/nu bestaat uit het ultrakorte, maar o zo existentiële toneelstuk Slaap, kindje, slaap (2002) van Jon Fosse dat als een proloog aan het begin van de avond gebracht wordt, gevolgd door Een stuk plastiek (2015) van de Duitse schrijver Marius von Mayenburg als hoofdbrok. Beide toneelteksten worden voor het eerst opgevoerd in Vlaanderen, wat me alweer tot de bedenking leidt dat er veel te weinig recent buitenlands repertoire wordt opgevoerd op onze planken. Want iedere keer dat dit wel gebeurt, levert dit steevast een theatraal hoogtepunt op.

Het verhaaltje van Een stuk plastiek is kort samen te vatten: Ulrike (Sara De Roo) is een yuppie assistent van kunstenaar Serge Haulupa (Damiaan De Schrijver), maar loopt erg gefrustreerd rond omwille van haar kibbelrelatie met Michael (Frank Vercruyssen), een overwerkte dokter met wie ze enkel nog maar samenblijft omwille van hun kind (dubbelrol van De Schrijver). Een poetsvrouw annex tieneroppas moet soelaas bieden. Na het debacle met Danouta de Poolse poetsvrouw is het nu de beurt aan Jessica (Jolente De Keersmaeker), een simpele ziel maar wel iemand met gezond verstand en het hart op de juiste plaats. Naast alle rommel opruimen die de anderen achterlaten, ontpopt zij zich ongewild tot de katalysator voor alle onderdrukte gevoelens van de andere personages, die steeds meer van haar gaan verlangen wat ze zelf missen in hun leven…

Er wordt door iedereen op zeer hoog niveau geacteerd, maar Damiaan De Schrijver is outstanding als de arrogante kunstbobo Haulupa. Schrijver Von Mayenburg laat Haulupa in zijn openingstekst haarscherp onze huidige maatschappij fileren: hoewel Haulupa depressief is, spreekt hij zelf liever van een burn-out omdat dat sociaal meer acceptabel is, net zoals te veel werk hebben, weinig slapen en grenzen overschrijden dat zijn: allemaal tekens dat je goed bezig bent in je (artistieke) leven, toch?

Hoezeer Ulrike en Michael hun best doen om vriendelijk te zijn tegen hun poetsvrouw, toch slagen ze er iedere keer weer in om haar onbedoeld te kleineren en zichzelf de hemel in te prijzen, of het nu gaat om het geld dat ze per ongeluk in de badkamer laten rondslingeren (kijk eens hoe rijk wij zijn) of de stinkende geur van Jessica (waardoor ze voor iedere poetsbeurt eerst moet douchen in hun huis, hoe gênant). Met ‘Alles moet biologisch zijn, maar mensen moeten wel naar zeep ruiken’ levert dit laatste ook de beste quote van de avond op. Michael legt hiermee een van de contradicties van Ulrike bloot, die wel hoogopgeleid en zogenaamd politiek correct is, maar diep vanbinnen zo aristocratisch is als de pest en een grote angst koestert voor het onbekende, zoals de Artsen zonder Grenzen-carrière van haar man en het ontluikende outingsproces van haar zoon.

Wat/nu heeft alles wat goed toneel moet hebben: een fantastische tekst die heel wat vragen oproept bij de toeschouwers, vier schitterende acteurs die zich helemaal mogen uitleven in hun personages en dialogen, en een eenvoudige vorm die hoewel allesbehalve speciaal wel heel herkenbaar ‘Stan’ aanvoelt. Toegankelijk, relevant én grappig: Wat/nu is een te koesteren kleinood.

Foto: Koen Broos