Wie het toneelbeeld van Sanne Danz ziet, weet in één oogopslag: deze voorstelling gaat over hoe de mens ten onder gaat aan zijn eigen decadentie. Feestelijk gedekte dinertafels vol etensresten, drijven nog eventjes op het door de stijgende zeespiegel opgekomen wateroppervlak, de kroonluchter is al neergestort. (meer…)
‘Ik ben af.’ Drie woorden, bijna vrolijk uitgesproken. Daarna is het zwart, letterlijk. Einde voorstelling: plot en de gebruikelijke gang in het theater vallen volmaakt samen. De impact is enorm. Maar ons leven gaat door, de lichten gaan weer aan en het publiek klapt de tranen weg voor een voorstelling die genres met elkaar combineert, hilarisch en hartverscheurend is, niet zelden in dezelfde scène.
Perenbomen bloeien wit, naar de gelijknamige jeugdroman van Gerbrand Bakker, is door Josee Hussaarts bewerkt tot een uur durend verteltheater, waarbij meteen duidelijk is wie de protagonisten zijn: de tweelingbroers Klaas en Kees. Zij vertellen het verhaal van hun jongere broer Gerson (mooie rol van Leendert de Ridder) en vader – de moeder is afwezig, want die is er met een Italiaan vandoor. De drie broers spelen een variant op blindemannetje. Een verzint een doel en met gesloten ogen proberen ze dat te bereiken. Wie het eerst zijn ogen opendoet, is af. Hoewel hij de jongste is, kiest Gerson meteen voor de lastigste uitdagingen. Een grafsteen op de begraafplaats over de sloot bijvoorbeeld.
Wat als spel begint, wordt harde realiteit wanneer de vier mannen op weg naar opa en oma niet op de snelweg blijven, maar gaan kijken of perenbomen echt wit bloeien. Dan maakt een auto-ongeluk een einde aan alles. De tweeling komt er goed vanaf, vader zit vooral onder de scherven, maar Gerson raakt in een coma en wordt blind. Eenmaal wakker is hij nukkig, verbitterd en wil hij vooral slapen, want alleen in dromen ziet hij nog.
De symboliek van het boek is al te duidelijk, met al dat zwart-wit geeft Gerbrand Bakker een lesje zoek de motieven voor beginners en legt het er al te dik op. Maar Josee Hussaarts legt precies de juiste accenten en voegt daar een flinke dosis visuele humor aan toe. Van de running gag van de achterdeur in het kleine autootje naar het uit elkaar schuiven van de stoelen als er eenmaal een grotere auto is, van vaders tirade tegen Italië en grappen over zoenen. En dat alles met een viertal stoelen. Maar meer nog dan dat maakt de samenwerking met de poppen van Gnaffel deze voorstelling.
De acteurs van Kwatta spelen met die poppen niet alleen opa, oma, de verpleger in het ziekenhuis (‘Een homo, dat zie je zo, niet dat daar iets mis mee is hoor!) en de buurman, maar bovenal het hondje Daan. Waar Klaas en Kees het verhaal vooral luchtigjes vertellen, toont Daan alle emoties. Hij kwispelt, blaft en huilt, heeft op alle cruciale momenten een hoofdrol en is zelfs volkomen geloofwaardig als hij aan het eind de rol van verteller op zich neemt.
Met Perenbomen bloeien wit combineren Kwatta en Gnaffel hun specialiteiten, met als resultaat een voorstelling die vele malen beter is dan het boek en die je het liefst meteen nog een keer wilt zien.
Foto: Edwin Deen
opgelet iedereen! doe oortjes in……..