Een spiegeltje en een pistool: misschien zijn dat wel de twee spannendste attributen die Winnie uit Happy Days (1961) van Samuel Beckett uit haar handtas tevoorschijn haalt. In dit stuk, door hemzelf omschreven als ‘Female. Solo’, zit een vrouw gevangen in een zandheuvel, eerst tot aan haar middel, daarna zien we alleen nog haar hoofd. Die handtas vormt haar wereld, haar universum. (meer…)
Beiden willen ze kapper worden, de vrienden Max en Itzik. De vader van Itzik is de beste kapper van de stad, dus daar wil Max wel in de leer. Maar zijn bezoekje aan het kapsalon pakt heel anders uit: hij slaat alles kort en klein, en ook Itziks vader krijgt ervan langs. Max is woedend, omdat de Joden het ‘eigen volk’ beginnen te overschaduwen en altijd overal beter in zijn. Hij kan die vreemde, onderhuidse jaloezie niet verbergen. ‘De Führer heeft gelijk’, bijt hij Itzik toe.
Gebaseerd op de roman van Edgar Hilsenrath uit 1977, vertelt De nazi en de kapper het levensverhaal van Max Schultz, een massamoordenaar uit de Tweede Wereldoorlog. Bevangen door de boodschap van Adolf Hitler maakt hij duizenden slachtoffers als kampbeul. Na de oorlog neemt Schultz een bizar besluit: onder de naam van zijn jeugdvriend vlucht hij naar Israël en begint daar een kapperszaak.
Voor Beer Muziektheater bewerkte Helmert Woudenberg De nazi en de kapper voor het toneel. In zijn tekst weet hij de satirische toon van de oorspronkelijke roman knap te behouden. Met René Groothof als Schultz en René van ’t Hof in alle andere rollen is de voorstelling doordrenkt van zwarte humor. Regisseur Aike Dirkzwager weet een goede balans te vinden: de beladenheid van de scènes wordt nergens pathetisch, maar het verzandt ook niet in meligheid.
Van ’t Hof blijkt een genie in het omvormen van schrijnende momenten, zoals bij een gesprek tussen Schultz en de weduwe van een van zijn voormalige SS-vrienden, tot bijna absurdistische sketches. Hij is geloofwaardig in iedere rol en daarmee de drijvende kracht van de voorstelling. Daar tegenover staat Groothof: als Schultz is hij stoïcijns en knauwend, maar misschien iets te onderkoeld voor een man die duizenden mensen heeft vermoord. Dit gebrek aan explosieve agressie maakt dat je haast met hem meevoelt, als hij verder en verder verstrikt raakt in zijn web van leugens. Tót zijn tegenspeler hem op z’n plek zet, en de waanzin van de situatie zich weer opdringt. Dit samenspel tussen de twee acteurs maakt De nazi en de kapper fascinerend theater over schuld en vluchtgedrag in tijden van oorlog.
Foto: Stephan van Hesteren