Joost Ramaer over Blind Cinema van Britt Hatzius op de Keuze: ‘Grappig: als je zo afhankelijk wordt van een kind, word je relatie met dat kind vanzelf gelijkwaardiger.’
In Lick but don’t swallow! comprimeert de Turkse maker Özen Yula ons dagelijks mediabombardement tot de set van een pornofilm in wording – zijn voorstelling is genoemd naar die film. We zien beelden op filmdoek en een tv, horen harde muziek en de lange monologen van Leyla, de ster van film en voorstelling, terwijl ze bijna afwezig een reeks standjes afwerkt met de pornohunk van dienst.
Zelfs het instrumentarium van de media is prominent in beeld: laptops, oortjes, de tv en de videocamera waarmee de film wordt geschoten. Maar Lick draait toch vooral om Leyla’s teksten. In plaats van te kreunen en steunen terwijl ze wordt gelikt of gepaald, houdt ze vertogen over de ellende in Afrika en de schuldige rol daarin van Westerse overheden en multinationals, die zo uit politiek-correcte actualiteitenmagazines lijken te komen.
Dat hoort natuurlijk niet op een pornoset, en Leyla (Ayça Damgaci) wordt dan ook voortdurend onderbroken door haar regisseur (Okan Urun). ‘Wat bazel je toch?,’ roept hij geïrriteerd. ‘We zijn hier een pornofilm aan het maken, ja!’ In het theater wordt porno normaal gesproken geassocieerd met de leegheid en decadentie van onze consumentenmaatschappij. Nieuw aan Lick is dat Yula de metafoor doortrekt naar ons idealisme, onze beste bedoelingen met de armen en rechtelozen op aarde. ‘De teksten over onrecht en armoede die Leyla spreekt,’ zegt Damgaci na afloop, ‘krijgen wij op ieder moment van de dag via alle mediakanalen te horen. Wij ondergaan ze alleen nog maar, ze hebben elke betekenis verloren. Ze zijn zelf porno geworden.’
Yula gooit nog wat extra kolen op zijn ontregelende vuurtje door Leyla tevens een engel te laten zijn, die bij wijze van test door een hemels tribunaal – vijf zwijgende mannen op dat filmdoek – voor één etmaal terug naar de aarde is gestuurd om een ziel te redden. Zo maakt hij de verwarring compleet, ook bij Leyla, die zowel op het hemelse als het aardse leven van alles heeft aan te merken en niet meer weet of ze terug wil naar de hemel of onder de mensen zal blijven.
Yula schreef Lick in Rome. Het idee voor de engel kreeg hij door de talloze gevleugelde hemeldienaren die hem daar omringden, zo vertelt Damgaci. Lick is speels en bij vlagen hilarisch – politiek getint theater in een ondeugende olala-verpakking. Het slot is ook onverbloemd optimistisch: de engel Leyla kiest toch voor de mensen. Ondanks alle afstomping en ontreddering vindt ze het gewoon leuker op aarde. Monter schikt ze zich naar haar besluit: het toneellicht dooft terwijl ze een andere pornohunk pijpt.
De mooiste, zij het onbedoelde metafoor is wel dat Lick aanvankelijk ten prooi viel aan dezelfde mediamacht die Yula in zijn stuk parodieert. Biriken, het gezelschap van Urun en regisseur Melis Tezkan, had Lick in 2010 willen uitbrengen in een theater in Tophane, een islamitische volkswijk in Istanbul. De ingehuurde PR-dame stuurde haar persberichten ook naar de Turkse massamedia, met onvoorziene gevolgen. Koppen in de trant van ‘Theater toont pornoster als engel’ trokken de aandacht van een moslimfundamentalistische haatkrant, die meteen een anticampagne begon. Die leidde weer tot massale protesten en bedreigingen met fysiek geweld, waarop het gemeentebestuur besloot het theater tijdelijk te sluiten. Amgaci en haar medespelers hadden daar alle begrip voor. ‘De campagnes van die krant hebben al vaker doden tot gevolg gehad.’
Verwarrend was dat wel. ‘Ik heb vaak gedemonstreerd en petities getekend voor de vrijheid om sluiers en hoofddoeken te dragen,’ vertelt Amgaci. ‘De mensen die ik toen steunde, waren in de zaak-Lick ineens mijn felste tegenstanders.’ Pas een half jaar later ging het stuk alsnog in première, op het internationale festival iDance. Vlakbij het theater in Tophane, maar met een heel ander publiek, de liefhebbers van de avant-garde. Ver verwijderd van de aandachtssfeer van fundamentalistische moraalridders. Dat Lick daardoor niet de consumenten van de Turkse massamedia bereikte, liet Amgaci siberisch. ‘Het kan mij niet schelen wie er komt kijken. Als ze maar een kaartje kopen.’
(foto: Thomas Scotto d’Abusco)