Pakweg het eerste uur in Hotel Wonderland ben je tamelijk overrompeld door de prachtige scenografie in de loods van vierduizend vierkante meter, waar de voorstelling zich afspeelt. Het tweede uur begint op te vallen dat het inhoudelijk wel erg aan de oppervlakte blijft. Een uur later ben je helemaal murw geslagen door de zichzelf herhalende en voortdurend heen en weer rennende personages. Nog een uur later ben je vooral opgelucht dat je weer buiten op het HEM-terrein staat. (meer…)
Het hotel voor dolende zielen, we kennen het maar al te goed uit popliedjes. Dan heet zo’n plek Heartbreak Hotel of Blue Hotel. Zo’n desolaat oord bevindt zich altijd aan het eind van een eenzame weg. Je stelt je er een vervallen pand bij voor, met lekkende daken, vieze matrassen en een gure wind die door het gebarsten raam naar binnen blaast. Wat dat betreft is het in Hotel Perdu beter toeven.
In Hotel Perdu word je ontvangen in een smetteloze lounge door een overdreven vriendelijke receptionist op wiens gelaat de glimlach vastgeplakt schijnt te zitten. Een gastheer bovendien die aan zijn attributen als intercom, stempelapparaat en typemachine de meest intrigerende klanken ontlokt. Een prettige plaats om te vertoeven, zou je zeggen, maar op de een of andere manier heeft de publiciteitsmedewerker van dienst het hotel niet goed in de markt weten te zetten. Een stoet aan weirdo’s meldt zich aan de balie, niet noodzakelijkerwijs van het menselijke soort.
Neem bijvoorbeeld die reusachtige, volgekrabbelde prop die onderdak zoekt. ‘Ik ben een weggegooid idee,’ jammert het mishandelde vel papier. Of de enorme trui, die van Sarah Lund geweest had kunnen zijn als hij niet zo pluizig was. Nu kriebelt hij vooral. De receptionist geeft geen krimp bij al die vreemde gasten. Hij schrijft ze in, overhandigt ze een sleutel en begeleidt ze keurig naar de lift.
Hotel Perdu is het nieuwe geesteskind van Elien van den Hoek die met haar gezelschap Het Houten Huis, sinds dit jaar opererend vanuit Groningen, voortdurend beeldrijke en muzikale voorstellingen op de wereld loslaat. Ze mocht er, samen met haar medewerkers, al veel prijzen voor ontvangen. Of dat haar met deze voorstelling ook gaat lukken waag ik te betwijfelen. Natuurlijk, het puilt weer uit van de originele vondsten. Neem bijvoorbeeld die verlopen bokser die overduidelijk op zijn laatste benen loopt. Hij zijgt neer in de hoek, ogenschijnlijk aan het eind van zijn Latijn. Een argeloos tikje op het baliebelletje doet hem toch weer opveren. Volgende ronde!
Maar het is te veel een parade van invallen en te weinig een verhaal. Graag zou ik iets meer te weten zijn gekomen over die tijgerende soldaat die onder het tapijt kruipt, of over die drie coole jongeren met hun hoodies van wie er eentje vrede sluit met zijn jeugdliefde, teddybeer Pluis. Dat veel scènes an sich hilarisch, ontroerend of beeldschoon zijn, doet er niet zoveel toe. De ideeën die tot Hotel Perdu hebben geleid lijken nu te veel op de dolende zielen die het hotel aandoen: ze zwerven en zoeken onderdak.
De meeste kinderen, voor wie de voorstelling uiteindelijk gemaakt is, zullen deze kanttekeningen worst zijn. Die zaten op het puntje van hun stoel, verbaasd over die wonderbaarlijke stoet van wezens die blijkbaar in een hotel willen overnachten. Een hotel waar een walvis in het zwembad zwemt. Het moet niet gekker worden!
Foto: Saris en Den Engelsman