Het electorale succes van Hendrik Koekoeks Boerenpartij begon in 1963, toen met veel machtsvertoon en wapengekletter in het Drentse dorpje Hollandscheveld een demonstratie van duizenden boeren werd neergeslagen. (meer…)
Met haar boek Het pauperparadijs zette journaliste Suzanna Jansen acht jaar geleden in één klap de schrijnende geschiedenis van de negentiende-eeuwse heropvoedingskampen in Veenhuizen op de kaart. Decennia lang was dat sociale experiment weggemoffeld geweest, genegeerd door historici en daardoor onbekend bij de meeste Nederlanders. Bij toeval kwam Jansen via een bidprentje op het spoor van de dwangkolonie in Drenthe. En de rest is recente geschiedenis: het boek ging een kleine kwart miljoen keer over de toonbank.
Een van de lezers was Tom de Ket. De op kolonievaartafstand van Veenhuizen geboren schrijver en theatermaker De Ket zag direct de theatrale mogelijkheden van het boek voor zich. Geen gekke gedachte: de liefdesgeschiedenis, de sociale misère, de botte politici, de bevlogen wereldverbeteraar en het motief dat je afkomst je blijft achtervolgen zou maar zo een Nederlandse versie van Les Misérables op kunnen leveren. Een groots historisch epos op het Drentse veen, hoe prachtig zou dat zijn?
Maar de sociaal betrokken theatermaker (De Ket is een van De Verleiders, de groep van het actuele theater die zo nietsontziend de bankiers fileert) moest nog een tweede ei leggen. Hij wilde nadrukkelijk de vraag stellen of we tegenwoordig onze kansarmen niet net zo behandelen als toen. Daartoe introduceert hij in zijn script een verteller (gespeeld door Paul R. Kooij), die voor het publiek zaken toelicht maar ook af en toe in discussie treedt met de personages. En aan het eind van de voorstelling zelfs een alter ego van De Ket lijkt te worden, als hij zijn onmacht als theatermaker met het publiek deelt.
Maar nu lopen we op de zaken vooruit.
Het begint allemaal in de Amsterdamse Jordaan waar de jonge Teunis, heerlijk brutaal gespeeld door Steyn de Leeuwe, opgroeit in bittere armoe. Hoewel geen wees, zit hij toch in een tehuis. Zijn ouders zijn simpelweg te arm om voor hem en zijn broer en zus te zorgen. In een hartverscheurend mooi lied wordt dat lot bezongen in een mineurversie van Bij ons in de Jordaan, waarin het ‘hoeladiejee’ vervangen is door ‘helladiejee’.
Na een soort razzia, ook al weer krachtig muzikaal ondersteund door een lief slaapliedje over te laten gaan in snoeiharde rock, worden alle wezen uit het tehuis verscheept naar Veenhuizen. Daar is De Maatschappij van Weldadigheid net begonnen met een uniek experiment: het met bijna militaire discipline heropvoeden van arme paupers tot keurige burgers. De bedenker van dit plan, Johannes van den Bosch, meende zo een bijdrage te kunnen leveren aan zowel de armoedebestrijding als aan de geestelijke volksgezondheid. De bewoners konden werken in het veen en onderwijs genieten. Bijkomend effect: in de steden kwam minder armoede en meer veiligheid.
Enfin, het verhaal is bekend. Ondanks de goede bedoelingen faalde het experiment jammerlijk. De tucht was onmenselijk, de hygiëne bedroevend.
Tegen deze achtergrond wordt het liefdesverhaal van Teunis en Cato verteld zoals we dat ook kennen uit het boek.
De voorstelling speelt zich af op het enorme middenterrein van wat tegenwoordig het gevangenismuseum is, maar waar indertijd het zogenaamde Derde Gesticht gevestigd was. Om Armando te parafraseren: schuldige grond. Hier zouden we als op geen andere plek moeten kunnen ervaren hoe het was. Hoe schrijnend en meedogenloos de omstandigheden toen waren. Hoe tragisch de levens van de paupers.
Maar dat gebeurt niet.
De Ket heeft op teveel ingezet. De voorstelling is zowel een prachtig vormgegeven geschiedenisles als een tragisch liefdesverhaal, gegoten in de mal van een uitbundig muziektheaterspektakel met grote groepschoreografieën, kleinere scènes en vaak prachtige liedjes. Daardoorheen ontwikkelt zich dan nog het lijntje van de verteller die in discussie treedt met Van den Bosch en later met het publiek.
Maar als het geheel alsmaar niet méér wil worden dan de som der delen ga je op de details letten. Dan valt je op dat veel liedteksten verdacht veel uit rijmelarijen bestaan, dat Lavalu prachtige muziek heeft gecomponeerd maar dat haar stem toch te gepolijst is voor het stevigere werk, dat in een poging lichtvoetig te zijn tijdens een serieuze scène afleidende dierengeluiden klinken, dat andere scènes eigenlijk behoorlijk overbodig zijn.
En dan moet dat slot nog komen.
Dat slot waarin de verteller tamelijk grotesk de situatie van het tegenwoordige Nederland (met zijn voedselbanken en vluchtelingenkampen) vergelijkt met de wantoestanden van anderhalve eeuw geleden. ‘Doen of niets doen, dat is de vraag’, klinkt het. Verontschuldigend brengt hij in dat hij slechts theatermaker is.
Om zich vervolgens rechtstreeks tot het publiek te richten met de vraag of het niet tijd wordt om een nieuw soort Maatschappij van Weldadigheid op te richten. Als burgerinitiatief, omdat de politiek het af laat weten. De aanwezigen (waaronder ironisch genoeg staatssecretaris Jetta Klijnsma) zouden toch wel vijf euro per week kunnen missen? Pathetisch schreeuwt hij: ‘We gaan de armoe uitroeien!’
Een gratuite oproep. Er had een mooi statement gemaakt kunnen worden door bij de uitgang geld in te zamelen voor bijvoorbeeld de voedselbanken. Of voor de Nacht van de Vluchteling, die een uur na afloop van de première begon.
Maar toen zaten we nog aan de gratis bitterballen.
Foto: Reijer Boxem
Hoe opvallend dat de recensent als enige van alle commentaren te lezen op de verschillende digitale kanalen het een som der delen vind die geen eenheid wordt; juist de samenhang en de vertelling uit verleden verweven met het heden spreekt velen, incluis mijzelf, juist zo enorm aan.
En een zure opmerking over een statement is zo makkelijk gemaakt.
Maak van de 3 sterren maar 5 sterren, dat is wat 99% van de bezoekers tot nu heeft gegeven. En het publiek liegt niet
Helemaal eens, Arie. Wat kunnen recensenten toch zuur zijn. Zo’n prachtig intense voorstelling, waar geschiedenis, toneel, muziek en esthetiek zo puur zijn en bovendien nog reflectie wordt gegeven. Ik denk dat veel theatermakers hier veel van kunnen leren. En uiteindelijk hoeft de theatermaker niet de oplossing te geven. Hij houdt ons alleen een spiegel voor.
Met andere verwachtingen naar de voorstelling gekomen, belanden we in een musical voorstelling van omroep Max. Prachtig decor, goede spelers en een prima organisatie brengt je een aantal uren amusement. Over een, zwart met karton overschreven stuk vaderlandse geschiedenis. Lachend in de stralende zon met een heerlijk wijntje op deze huilende grond!
gemiste kans…..
Geachte Wintels,
Met intresse uw reactie op de voorstelling PauperParadijs gelezen. Zo te lezen hebt u het aardig naar de zin gehad. U heeft het over een prachtig decor, goede spelers,prima organisatie. U heeft gelachen onder een lekker zonnetje. Kunt u mij uitleggen welke kansen er zijn gemist? Verder weer u natuurlijk ook wel dat deze voorstelling niet door omroep Max is geproduceerd. Dat zal wel cynisch bedoelt zijn.
Met vriendelijke groet
Paul R. Kooij
Niet meer dan de som der delen? Nou voor mij was dat dan ruim voldoende. Ik heb genoten van elk deel en de uitkomst van de som was dat mijn belangstelling voor de (in de Nederlandse geschiedenis ietwat onderbelichte, maar oh zo interessante 19e eeuw) opnieuw gewekt was.
Ik heb genoten van de karakters die de acteurs neerzetten (en omwisselen, prachtig om te zien wat een acteur kan) en daarbij soms juist uit de rol treden om het publiek te adresseren.
De muziek is veelzijdig en meer dan een ondersteuning van de scene’s.
Nee, van mij krijgt deze voorstelling een 10 voor originaliteit, amusement, diepgang én uitvoering!
Fantastische vooststelling gezien vanavond. Mooi ingelijst tussen de originele decorstukken het decor van het verhaal dat op een meesterlijke wijze werd verteld en dan niet te vergeten de mooie muziek en zang.
Het boek was al fantastisch! Het theaterstuk grandioos!! Veel lof voor acteurs, verteller, musici, dansers en decor. Chapeau!! Zeker gaan als het nog kan!
Een mooie voorstelling. Creatief gewerkt met decors, goed geacteerd, humor en tragiek. Maar gaandeweg werden er steeds meer vergelijkingen met de actualiteit gemaakt, die ik niet eerlijk vond. Aan het eind werd het publiek nota bene aangesproken als zijnde een zelfde elite als in de 19e eeuw!
Dat vond ik een gemiste kans!
Het vertellen van deze droevige geschiedenis was op zich heel zinvol en zet de kijkers echt wel aan het denken over machtsverhoudingen, ook in onze tijd.
Daar had men het beter bij kunnen laten.
Waarom zou het publiek vergeleken moeten worden met een elite?
Vriendelijke, betrokken mensen, die ook niets in te brengen hebben in de huidige gang van zaken. Deze mensen moeten allemaal met lede ogen aanzien hoe de zorg voor ouderen, zieken en psychiatrisch patienten onderuit wordt gehaald door de elite, waar zelfs de politiek geen vat op heeft.
Problemen in het onderwijs, werkloosheid, flexwerken, er zijn nogal wat zaken op te noemen waar gewone mensen, ook theaterliefhebbers die er geld voor hebben, totaal geen invloed op hebben. Helaas.
Beetje flauwe reactie van Kooij op Wintels. Bij zo’n voorstelling gaat het er niet om of je het naar je zin hebt vanwege goed aumsement, maar dat je voelt dat het publiek dit stuk vergeten, schrijnende geschiedenis beleeft.
Wat ik tegen Stelma wil zeggen is dit: In het stuk wordt gezegd dat mensen met een bijstandsuitkering deze voorstelling niet kunnen betalen.Als u een klein beetje besef heeft van het sociaal minimum zou u dit weten. Misschien niet elitair, maar wel onmogelijk voor een bepaald deel van de bevolking.
Ik vond het een prachtige voorstelling, het boek zelf geeft al genoeg inzicht.
€30 voor een avond theater is geen geld.
Dat is voor een derderangskaartje niet duur, dat klopt. Maar € 30 exl. reiskosten is voor de minima niet betaalbaar. Dat weet je niet als je niet bij die groep hoort. De nieuwe arme hebben het bij lange na niet zo beroerd als de mensen waar dit stuk over gaat, maar geld voor cultuur is er niet. Dat geldt voor alle cultuur maar bij een stuk over arm en rijk schuurt dat.
Belachelijke subsidie vreter op prachtige locatie. Waarom de zondagen in het hoog seizoen blokkeren?
Idioterie ten top en verpesten van een historische locatie ten koste van gezinnen die iets historisch willen mee pikken.
Doe dit lekker in een open lucht theater in veenhuizen maar niet in een museum.
Blijkbaar ben ik niet duidelijk geweest in bovenstaande reactie.
Dat de armen van onze tijd hier niet op de tribune zitten, is duidelijk.
Maar het is wel simpel gedacht dat hier dan dus de elite zit. Als je iedereen die genoeg geld heeft om hier te zijn, elitair wilt noemen..
Ik bedoel te zeggen, dat ik, en velen met mij, ook geen invloed hebben op het feit, dat de kloof tussen arm en rijk steeds groter wordt. Dit feit verontrust mij zeer en het voelt dan ook als onterecht om hierop aangesproken te worden.
Wat een geweldig theaterstuk. Een prachtig eerbetoon aan de mensen waar het stuk over gaat. Juist op deze plek. Fantastisch hoe geschiedenis en actualiteit verweven worden. En op een zeer aansprekende manier gebracht. Ik ben er anders door naar mijn eigen houding gaan kijken.
We hoorden dat de voorstelling vanwege het succes misschien volgend jaar opnieuw opgevoerd gaat worden. Doe! Ik hoop het zo. Het steengoeie acteerspel, de geweldige muziek en het prachtige verhaal behoren tot de top en moeten door veel meer mensen gezien worden!
Als…dan kom ik volgend jaar met m’n kinderen terug!
Jammer genoeg heb ik me redelijk zitten vervelen tijdens de voorstelling. Ik vond dat de inhoud ten onder ging aan het spektakel. Waarom in vredesnaam op het einde dat grote hoofd moest verschijnen en weer verdwijnen was me een raadsel. Wat droeg het bij aan de inhoud van het verhaal? Welke symboliek bedoelde men hier? En dat is maar een klein voorbeeldje.
Verder heb ik enorm geërgerd aan de musicalachtige liedjes, waarvan men van tevoren zei dat ze beslist niet musicalachtig zouden zijn. Wat doet dan zo’ n liedje als Zonder jou (meen ik) bij het uiteengaan van de twee hoofdpersonen? Daar waar de muziek de scène ondersteunde vond ik haar op haar best. Wat betreft het gebruik van muziek in een voorstelling, zou men heel wat kunnen leren van de theatervoorstelling Borgen. Prachtig, zoals daar de muziek deel uitmaakte van de voorstelling zelf.
Verder heeft het mij enorm gestoord dat mensen uit een arbeidersmilieu of nog lager elkaar aanspreken met ‘schat’ en ‘lieverd’. Dramaturg doe je werk! En dan goed. Ik kan u verzekeren dat dit in die kringen geen usance is en ook nooit zal zijn. Ik vond de hele voorstelling er een gemaakt door de burgerij die nog nooit buiten haar eigen milieu gekeken heeft. Nergens vond ik de voorstelling schrijnend. Ik vond het eerder een belediging voor de echte mensen achter dit verhaal, over wie de voorstelling werkelijk zou moeten gaan. Niet zo’n slap liefdesverhaaltje, dat zich overal en in iedere tijd had af kunnen spelen.
De vormpjes van de ensembles waren ook zo eenvoudig, dat leerlingen die ik Theaterlesgeef ze ook bedacht zouden kunnen hebben, nog beter zelfs. En wat die eenzame danser daar nu moet???
Zeg nou niet, dat ik de symboliek daarvan niet doorgrondde. Ik denk dat ik daar prima toe in staat ben, alleen was dit een enorm ongelaagde voorstelling. Er zat geen diepte in, hoezeer men het ook over de verwevenheid van geschiedenissen en verhaallijnen had.
De enige die voor mij spelmatig de voorstelling redde, was Paul Kooij, maar die moest dan ook in zijn eentje wel erg zijn best doen.
Een gehypede voorstelling. Het begon al met matig eten en de weeronvriendelijke tribune terwijl je er toch een aardig bedrag voor betaalt. Het begin was veelbelovend maar uiteindelijk wordt het statisch en langdradig. De link naar de huidige tijd wordt te geforceerd gemaakt. Het blijft op afstand, veel over taferelen vertellen, weinig taferelen ervaren en qua dans en muziek valt het in herhaling. Zit in potentie veel meer in. ***
De volgende productie van deze meneer moet nog groter worden en daar wil hij gewoon een heel stuk bos en heide voor gebruiken in Drenthe. Het lijkt erop dat de macht hem naar het hoofd stijgt. De dieren in en om dit stuk bos moeten wijken voor 46000 mensen die zonodig 1 dagje uit willen naar het theater (voor het bos zelf worden dit 46 dagen a 1000 mensen, 5x per week, en als het aan hem ligt 2 jaar minimaal. Natuur, daar moet je niet aankomen. Bovendien moet het in een box gaan gebeuren waarvan er een klep een moment open gaat. Dus, voor misschien een half uur zicht op de heide moeten reeen, dassen, eekhoorns, vogels, bomen (die zijn gedeeltelijk al gezaagd zodat het niet op valt)en ga zo maar door wijken. De meeste mensen kunnen niet tegen dierenleed en waren allemaal boos toen het op de oostvaardersplassen mis ging. Helaas zit een deel van dezelfde mensen ook in de bioscoop (nieuwe wildernis) of in theater (nieuwe productie van de Ket) te kijken ter vermaak. Dat tijdelijke vermaak gaat altijd ten koste van de natuur. Applaus voor degenen die dat nu eindelijk eens gaan beseffen!!
Ik zeg de geiten Shakespeare laten doen, dan heb je 2 vliegen in één klap.