Manuel is de naam. André Manuel. Als je een kaartje koopt voor zijn voorstelling, weet je wat je te wachten staat. Het gaat druipen van sarcasme, je gaat je hoofd schudden om zoveel incorrecte schimpscheuten en beledigingen, je gaat er ook om schateren van het lachen en je tegelijk een beetje schamen dat je het doet.
Dan ben je waarschijnlijk niet een van die gristenen, joden, Marokkanen, moslims (‘de doorgedraaide soort dus, want aan gewone moslims is geen ruk aan’), negers of leden van het koningshuis die door de grofgebekte Tukker worden geplet in gitzwarte humor. Die komen niet in zijn zaal, die staan hem hoogstens buiten op te wachten … .
Het geval apart, heeft André Manuel zijn nieuwste voorstelling genoemd. In de 25 jaar dat hij langs de Nederlandse theaters trekt was de Tukker inderdaad een geval. En apart ook. Dus de titel voor deze voorstelling in zijn jubileumjaar is raak gekozen. Zoals altijd trekt hij ten strijde tegen god, geld en de geestelijk gestoorden waaraan ons land is verkwanseld. Zonder aanziens des persoons, afkomst of overtuiging.
Zijn spervuur aan volkomen foute grappen en schaamteloosheid in zo’n theatersetting is wel altijd een ijkpunt in het seizoen. De toneelbrede Twentse variant op de zwarte IS – vlag op de achtergrond geeft aan waar deze keer het zwaartepunt ligt. Maar er is hem meer munitie aangereikt de afgelopen maanden. Het mes waarmee Manuel die fileert is soms zo bot dat zelfs een beul van IS die eerst even zou slijpen voordat hij de video aanzet voor zijn lugubere act.
‘Ik wil sterven in het harnas; vier met mij het vrije woord; begraaf me dan maar onder ‘t podium, van dit godverlaten oord,’ zingt Manuel. De grappen die hij maakt zijn over the top en hij zoekt er de grenzen van het vrije woord mee. Dus nooit vrijblijvend. Hij drijft de spot met de angsten die we hebben voor barbarij van welke religieuze kant ook, maar tegelijk zit je te luisteren naar uitspraken die dergelijke barbarij al eens eerder hebben uitgelokt. Dat geeft tweestrijd en vreemd ongemak op je theaterstoel. ‘Ach, ik ben maar een marginaal artiest. Het theater is mijn Achterhuis.’
En voort dendert hij weer, met een Hitleriaanse speech van Louis van Gaal, mocht deze wereldkampioen zijn geworden met typisch Duits voetbal: ‘Der Sieg ist total! Ein Volk, ein Reich, ein Louis von Gaal!’
‘Ik kom in vrede,’ riep hij bij opkomst, gestoken in driedelig wit pak. ‘Mijn enige wapen is mijn tong! Geert Wilders mag dan een grote bek hebben, vlak die van mij ook niet uit hè!’ Inderdaad. Maar Manuels grote bek ontstijgt de schaftkeet wel.
Alleen de MH17 …, daar blijft André Manuel een beetje bij weg. Er zijn wel degelijk grenzen dus.
Foto: Govert de Roos