Een bedrijf gaat failliet. Dat gebeurt dagelijks en na de covid-crisis wordt een tsunami aan faillissementen voorspeld. We vernemen de zakelijke kant van het verhaal, wat het materieel verlies is, maar wat het persoonlijk verlies voor de ondernemer, de werknemers, de families is, is voor buitenstaanders onbekend. De nieuwe productie van Christophe Aussems bij het Nieuwstedelijk focust daarop. (meer…)
In Nederland ging ABN-AMRO ten onder, in België de Fortis-bank. Fortis had ABN-AMRO overgenomen, maar dat had net zo goed andersom gekund, een kwestie van toeval of misschien van grotere Belgische bluf. In Nederland maakten Sofie Kassies en Johan Doesburg bij het Nationale Toneel De prooi. Ik vind dat een prachtige, indrukwekkende voorstelling. Nu heeft in België Stijn Devillé met zijn Muziektheatergezelschap Braakland/Zhebilding Hebzucht gemaakt dat te zien was tijdens de Operadagen Rotterdam. Ik vond het verbluffend, even goed als De prooi, in mijn ogen is dat een groot compliment.
Er zijn een paar verschillen en tegelijk grote overeenkomsten. In beide stukken zien we een hoeveelheid vlotte bankiers en managers en hun op illusies gebaseerde, maar uiteindelijk fatale praktijken. We zien een kapitalistische economie die alsmaar lijkt te groeien, totdat de zeepbellen uit elkaar spatten. De tekst van Stijn Devillé is minstens zo intelligent en informatief als die van Sofie Kassies. De acteurs – bij ons minder bekend – zijn voortreffelijk.
Verschillen zijn er ook. De prooi is spectaculair vormgegeven met een draaiende klimwand van Bernhard Hammer, in Hebzucht zien we alleen tien microfoons naast elkaar voor op het toneel staan, waar de spelers zich een voor een achter opstellen om hun tekst te zeggen, toch is dat genoeg. Hebzucht is een vorm van muziektheater, de muziek is functioneel, maar treedt niet op de voorgrond. Je zou het ook een – subliem gespeeld – hoorspel met geluiden kunnen noemen.
Sofie Kassies heeft zich gebaseerd op het boek van onderzoeksjournalist Jeroen Smit en houdt zich zoveel mogelijk aan de feiten, zij gebruikt ook de echte namen van bankiers en banken. Stijn Devillé heeft een fictieve familie verzonnen en kan daardoor met minder spelers toe en houdt het overzichtelijker. Bovendien kan hij zo via een vrouwelijke minister van financiën (een glansrol van Sara Vertongen) ook de rol van de overheid laten zien, die bij het Nationale Toneel nagenoeg ontbreekt.
Er is nog een belangrijker maar tamelijk subtiel verschil. Waar Kassies spelers laat zien die als in een koningsdrama van Shakespeare gezamenlijk de ramp veroorzaken, zonder dat er een duidelijke schurk valt aan te wijzen, is Stijn Devillé veel sardonischer. We zien twee broers, allebei schurkachtige bankiers. Thomas (Jorre VandenBussche) is een nette zakenman die op een nette manier de zaak flest, zijn broer Carl (Michaël Pas) is de geniale, onconventionele nerd die inziet hoe je door te speculeren op de ondergang van bedrijven (en landen) van economische ellende nog grotere winsten kan maken. In die zin is het Belgische stuk nog actueler dan De prooi.
Er is nog een verschil. Waar de huiselijke omstandigheden van de bankiers in De prooi hoogstens zijdelings aan de orde komen, heeft Devillé ook die dimensie in zijn stuk gehaald. Niet alleen omdat de minister van financiën de dochter is van een topbankier (Dirk Buyse) en de ex-vrouw van bankier Thomas. Ook omdat hij laat zien hoe hun zoontje Simon het slachtoffer wordt van hun grenzeloze ambitie en hebzucht.
Maar bovendien speelt het elfjarig dochtertje van Devillé een belangrijke rol in het stuk. Zij is de verteller, alsof zij vanuit de toekomst uitlegt hoe het in de generatie van haar ouders allemaal zo verschrikkelijk fout heeft kunnen gaan. In die zin durft Hebzucht veel meer een beschuldiging te zijn dan De prooi. Zou het iets zijn om beide stukken eens een keer achter, naast of door elkaar heen te spelen?
(Foto: Freek Verdonckt)