Luchtalarm! De sirene loeit krakend. Met een tiental mensen worden we uit de hal van het Royal Theater naar de schuilkelder gesommeerd. ‘Snel, snel’, zegt de dame van dienst, en heel anachronistisch ‘zet je mobieltje uit!’. ‘Wees voorzichtig in de lage gang. Zorg dat je je hoofd niet stoot. Snel, snel!’ (meer…)
Een groepje van twaalf mensen loopt kriskras door de wijk Molenberg aan de oostkant van Heerlen. In het kader van het ‘internationaal festival op buitengewone locaties in Zuid-Limburg Cultura Nova’ mogen we door sommige ramen naar binnen kijken, bij andere is het ‘op eigen risico’. Inderdaad, een man die er genoeg van heeft door vreemden met petjes waarop het woord ‘gluurder’ staat te worden aangestaard, trekt zijn broek naar beneden en laat bruusk zijn blote billen zien. Maar verder werkt iedereen vriendelijk en bereidwillig mee.
Het project Gluren, een ‘museale theaterwandeling door een doodgewone buurt’ doet enigszins denken aan de wijksafari’s van Adelheid Roosen, maar er zijn duidelijke verschillen. Het is minder spectaculair, hier geen balletten van twaalf scooterrijders, al is er als start van de wandeling een tocht met een gezellig treintje. En ook geen speciale aandacht voor de geschiedenis van de buurt, terwijl er over Molenberg als mijnwerkerswijk ook wel iets meer te vertellen zou zijn. En het is minder gericht op het leggen van onderlinge contacten. Integendeel zelfs: er wordt door een museale sfeer een zekere afstand geschapen tot de buurtbewoners.
Je mag vier huizen binnen gaan en daar kijken en luisteren, daarbij ligt de nadruk in eerste instantie op de dingen die daar te zien zijn. De verhalen worden via die voorwerpen verteld. Bij Lilian, in haar mooi ingerichte woonkamer, gaat het geheel om de spullen die zij heeft verzameld. Mooi of niet-mooi, kunst of kitsch, dierbaar of niet: bij elk voorwerp staat een klein bordje waarop het als in een museum zorgvuldig en liefdevol wordt beschreven.
In de exotisch ingerichte woonkamer van Miep mogen we de door haar uit allerlei landen bijeengebrachte voorwerpen bekijken en wordt daarna door een vrouwenstem op een bandje haar levensverhaal verteld: de woeste reizen in haar hippietijd naar Frankrijk, Marokko, India, straks misschien nog eens naar Papoea Nieuw Guinea. Miep woont nu in een deel van een fraaie dertiende-eeuwse boerderij waar een woongemeenschap bijzondere, ecologische en exotische, tuinen onderhoudt.
Farhad is een vluchteling uit Afghanistan. Hij zit in een doodgewone rijtjeswoning en herstelt fietsen voor zijn buurtbewoners. Hij beschrijft, ook op de band, aanvankelijk aan de hand van allerlei vreemde voorwerpen, zijn gevaarlijke vlucht uit zijn geboorteland, zijn moeizame aankomst in Nederland, waar hij nu tot rust komt en de buren zijn familie zijn omdat zijn eigen familie over de hele wereld verspreid is geraakt.
Ook het verhaal van Fien wordt, door een mannenstem op de band, verteld naar aanleiding van voorwerpen: de tikkende klok, een mijnwerkerslamp, maar vooral een verzameling poppen die zij heeft gekregen van haar tien jaar jongere pleegbroer, die reizen maakte terwijl zij, zegt de stem, hier alleen in huis bleef. Die pleegbroer ben ikzelf en ik heb inderdaad vanuit Japan, Ghana, Tsjechië en Chili poppen voor Fien meegebracht. In de oorlog werd ik als joods jongetje, dat moest doorgaan voor een Rotterdams evacueetje, door haar ouders en haar liefdevol opgenomen. Fien vluchtte zelfs met me het korenveld in toen er verderop in de straat ‘Joden werden uitgehaald’. Een tamelijk angstige geschiedenis, enigszins afstandelijk en gestileerd verteld. Het grote zwijgen werd pas onlangs doorbroken. Vandaar dat het verhaal nu ook aan anderen kan worden verteld.
Aan het einde is er een installatie waar we de vier hoofdpersonen ieder apart en tegenover elkaar geplaatst op video zien. Ze houden ons om beurten voor dat we in hun huizen zijn geweest, dingen mochten bekijken en aanraken. Maar wat doen we ermee? Kijken we nu ook in onze eigen huizen anders naar de voorwerpen en vragen we ons af wat de geheime verhalen er achter zijn?
Het is een mooi, poëtisch, zinvol project van Lieke Benders en Hoge Fronten in coproductie met Cultura Nova, dat nog tot 1 september is te beleven. Het is eerder te zien geweest tijdens Oerol en ze gaan eind 2013 naar Antwerpen. Andere steden willen het ook graag organiseren. Het past in een trend: gewone wijken doorkruisen om er bijzondere verhalen op te diepen. Ik vind het een mooie onderneming, zelfs als het om mijn eigen verhaal gaat.
Foto: Saris & den Engelsman