In Homo Ludens reflecteert De Warme Winkel samen met kinderen op Johan Huizinga ***
Gavrilo Princip is overal. In meervoud op het toneel in de voorstelling van De Warme Winkel, in ons collectieve geheugen als lont in het kruitvat van de Eerste Wereldoorlog. Misschien zelfs in de vorm van jonge Syriëstrijders. En in de eindeloze opsomming waarmee Mara van Vlijmen de collega’s bedankt die met hun voorstellingen, schilderijen, boeken en films De Warme Winkel hebben geïnspireerd bij het maken van hun voorstelling over de moordenaar van de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand.
Princip is een puik canvas om je kunstzinnigheden op te projecteren. Of je voorstelling nu gaat over het mechanisme van het geweld, de onmacht van de eenling tegenover het systeem, de rechtvaardigheid van een moord, Gavrilo kan het bieden en geeft er in het honderdjarige jubileumjaar van de moord die de Eerste Wereldoorlog begon ook nog een actueel tintje aan. Juist die eindeloze vermenigvuldiging van mogelijke Gavrilo’s is het uitgangspunt van Gavrilo Princip van De Warme Winkel.
In een grote hal staat een groot aantal decorstukken opgesteld waarvan het publiek alleen de kale achterkant ziet. In dat decor toont de groep sleutelmomenten uit het leven van de Bosnisch-Servische nationalist en anarchist. Die momenten worden gefilmd aan de juiste kant van het decor, zodat het publiek op een groot doek boven het toneel het complete plaatje te zien krijgt. We zien Gavrilo’s geboorte op het Bosnisch-Servische platteland, een anarchistische lezing, de initiatie bij het nationalistische genootschap de Zwarte Hand, de moord op de Habsburgse kroonprins.
Hoewel het er op het filmdoek allemaal fantastisch uitziet, zie je tussen de zetstukken door hoe de makers die scènes met beperkte middelen ingenieus in elkaar steken. Met wat zwaaiende handjes voor de camera staat de anarchist voor een massa te spreken. Ansichtkaarten op een overheadprojector creëren de straat waar Gavrilo doorheen loopt. Combineer een schapengeluid met een maquette van een boerenlandschapje en we zijn in landelijk Bosnië. Hoogtepunt van die low-budget-film-creativiteit is een ingenieuze nachtmerriescène die volgt op de moord op de kroonprins, waarbij je als toeschouwer niet meer weet wat onder of boven is.
Dat meesterlijk spelen met voor- en achterkant van de filmillusie geeft ook een mooie draai aan de thematiek. Zoals onder andere historicus Chris Clark beschrijft in zijn meesterlijke boek The sleepwalkers was Gavrilo Princip maar een minuscuul radertje in de veel grotere processen die uiteindelijk tot de Eerste Wereldoorlog leidden. Radicaal nationalistische haat jegens het Habsburgse Rijk was een Servische hobby. Er waren nog veel meer jongeren als Princip die makkelijk te ronselen waren en te indoctrineren tot fanatieke terroristen. Het had net zo goed een ander kunnen zijn die het lont in het kruitvat stak. En dat kruit had – zo toont Clark aan – net zo goed niet hoeven te ontploffen als dingen iets anders waren gelopen. En toch kent iedereen Princip bij naam als veroorzaker van die gruwelijke oorlog.
De Warme Winkel toont Princips verhaal in een film die hem lijkt te heroïseren, maar laat ook de grote groep anderen zien die achter de schermen nodig zijn om die geschiedenis met kunst en vliegwerk mogelijk te maken. Zo maakt de groep theatraal slim helder hoe Princip ook maar de posterboy is geworden voor iets veel complexers dat we niet in ons collectieve geheugen hebben opgeslagen. Doordat bovendien alle spelers Princip spelen met een zwart-wit geschminkt gezicht, ontstaat een fascinerende vermenigvuldiging: het had net zo goed iemand anders kunnen zijn. En bovendien: DE Princip bestaat niet. Iedereen kan weer wat anders op hem projecteren, zoals Van Vlijmens eindeloze lijst met Princip-producties aantoont. Een onheilspellende, oorverdovende dodenmars gespeeld door een orkestje van Princips is de overdonderende climax van die verdubbeling. Aan het slot van de voorstelling wordt bovendien nog de lijn naar nu doorgetrokken: ook nu kennen we jongeren die geronseld worden om voor hun idealen te sterven. Alleen gaan ze nu niet naar Sarajevo, maar naar Syrië.
Misschien ligt die laatste actualisering er iets te dik bovenop, misschien is Gavrilo Princip bij vlagen ook wat aan de melige kant. Maar uiteindelijk zijn er maar weinig groepen die een dergelijk gelaagde geschiedenis zo slim, maar ook met zo’n fijne schijnbare nonchalance en gevoel voor humor weten aan te pakken. Ik hoop oprecht dat al die andere Europese Gavrilo Princip-voorstellingen dezelfde kwaliteit hebben als deze. Ik betwijfel het.
Foto: Sofie Knijff
In de eindeloze opsomming door Mara van Vlijmen van ‘andere Gavrilo
Princip voorstellingen’ viel mij Stephen Sondheims musical ‘Assassins’
op; die heeft niets met Princip te maken maar gaat over de moordenaars
van drie Amerikaanse presidenten. Dat zet die hele ellenlange lijst op
losse schroeven en maakt hem betekenisloos. Zo is er meer in deze
voorstelling te lang of te vaak herhaald, wat zich waarschijnlijk extra
wreekt nu de productie in grote schouwburgen speelt en je er via een
toneellijst tegenaan kijkt. Soms aardige vondsten, te veel gesleep en gesjouw met decorstukken en te vaak het gevoel dat de makers zich
lieten leiden door verliefdheid op hun eigen bedenksels.