De afstuderende Belle van Heerikhuizen tilt in Een Lolita de poëzie van Dewulf boven zichzelf uit ****
Had het anders kunnen lopen tussen Marianne Vaatstra en Jasper S., tijdens die broeierige zomeravond in 1999? Had het kunnen blijven bij een even tere en intieme als vluchtige en onschuldige ontmoeting tussen een oudere man en een jong meisje? Meer precies: is Marianne wellicht een eind meegegaan in de intimiteit die hij toen met haar zocht? Zo ja, wanneer en waarom is Jasper dan door het lint gegaan, en de grens overgestoken naar verkrachting en wurging? En waarom heeft hij haar ook nog de keel doorgesneden, terwijl zij al dood was?
Het zijn onontkoombare vragen voor een Nederlandse toeschouwer van Een Lolita van NTGent, in de week nadat de moord op Marianne Vaatstra dertien jaar na dato alsnog lijkt te worden opgelost. Schuldige gedachten, ook: ze lijken een zekere medeplichtigheid voorop te stellen van Marianne aan haar gewelddadige dood. In goed vertrouwen dat ook Jasper het bij een spel zou laten, maar toch. Je schrikt, als toeschouwer, dat je zelf een verboden grens oversteekt. Dat mag op zichzelf al een compliment heten aan deze voorstelling.
Een Lolita was een idee van Julie Van den Berghe, het jonge regietalent van NTGent. Toen de rechten op de roman van Vladimir Nabokov, over de verboden liefde tussen de oudere hoogleraar Humbert Humbert en de dertienjarige Lolita, niet beschikbaar bleken, vroeg Van den Berghe de Vlaamse auteur Bernard Dewulf het boek te bewerken tot een toneeltekst. Woensdag beleefde die zijn Nederlandse première in de Rotterdamse Schouwburg.
Dewulf laat de man en het meisje, gespeeld door Frank Focketyn en Els Dottermans, twintig jaar na dato in twee elkaar afwisselende monologen terugblikken op hun relatie, die slechts enkele maanden heeft geduurd. De man trouwde destijds de gescheiden moeder, alleen om de dochter te kunnen bereiken. Hoe dat ‘gegaan’ is? Er is niets ‘gegaan’. Hij zag haar liggen in het gras, en was meteen verkocht. Als de moeder op een zondagochtend in de kerk zit, verleidt zij hem haar op schoot te trekken. Wiegend bezorgt zij hem een orgasme, nog zonder zijn ‘speeltje’ aan te raken. Hij druipt af naar de badkamer, als een geslagen, schuldige hond.
Dewulfs tekst maakt korte metten met onze ongewilde fantasieën over Marianne Vaatstra: in zijn Lolita-versie is zij de baas, in alle opzichten. Zij genoot van de seks, maar ook van de macht die zij over hem had, als dertienjarige. Dottermans’ personage vertelt het zonder enige schaamte. Bij de man overheerst de wanhoop. Van meet af aan was hij zich bewust van de kortstondigheid van hun affaire, die hij onderging als het enige hoogtepunt in zijn leven. Sindsdien voelt hij zich een levende dode. Zij niet: ze hapte gretig in de verboden vrucht, maar maakte zich toen al geen illusies. Later trouwde ze en kreeg een dochter. Ze verlangt nog wel eens naar zijn tong die haar poesje zo kundig likte, en naar zijn armen om haar heen, ‘zijn vieze, zachte poten’.
Het enige dat zij delen na hun kortstondige omstrengeling, is een gevoel van vergankelijkheid. Dottermans’ Lolita-op-leeftijd staat regelmatig voor de spiegel in het decor, om haar lichaam te keuren. Dat valt niet mee: haar borsten zijn ‘uiers’ geworden. Met haar benen kan ze nog goed voor de dag komen, maar vergeleken met hun dertienjarige status zijn het ‘varkenspoten’. Ook hij benadrukt vooral háár verval: destijds al besefte hij terdege de kortstondigheid van het lichaam en de ziel die hem zo aantrokken, beide in de overgang van kind naar vrouw.
Dewulfs tekst en Van den Berghes regie recupereren de zondige verhouding in een poëtische, dromerige trance. De set maakt er een film noir van, met fel wit licht en diepe schaduwen. Het spel is ijzersterk. Tegen het einde demonstreert Dottermans zowel het gevaar als de verrukking van hun samenzijn, door haar kruis over de hoek van een tafel te laten schuren – het dramatische hoogtepunt van de voorstelling. Toch duurt het even voordat je je laat meeslepen. Er zijn vrij veel tekstuele herhalingen. De derde en oudste acteur op het podium, Johan Van Overbeke, speelt een onduidelijke rol in het geheel. Hij zit daar maar, in de achtergrond, zegt niets en bespeelt alleen even een keyboard. Door de speakers horen we hem zingen – een banaal liedje, dat de trance onnodig verbreekt.
Want de tekst van Dewulf zit vol parels. Zoals wanneer Lolita vertelt hoe haar leeftijdgenoten vrouw werden – stukje bij beetje, hier een gestolen kus, daar een beetje voelen. Dan zegt ze: ‘Ik ben ze in een paar minuten geworden – mijn vrouw.’
(Foto: Phile Deprez)