De voorstelling begint op de toneelschool, derde jaar: acteur Michaël Bloos stelt zijn docent voor om tijdens het repeteren aan King Lear filmbeelden toe te voegen. ‘Waarom?’, vraagt de docent. ‘Dan breng je de realiteit binnen en theater gaat juist om de suggestie, om het balanceren tussen fictie en werkelijkheid, het irreële en reële, waarheid en verzinsel.’ (meer…)
Elk jaar herdenkt Arnhem de slag om die stad die plaatsvond in september 1944. De jaarlijkse plechtigheid met kranslegging en bloemenhulde vindt plaats op en rondom het Airborneplein. Er is aan de herdenking ook een achterkant, die we nooit zien: de EHBO-mensen, de opruimers van de gemeentelijke reinigingsdienst, meisjes van de scouting, de koffiejongen, zomaar verdwaalde bezoekers. Regisseur Willibrord Keesen van het gezelschap Keesen&Co maakt in samenwerking met spelers van de ArtEZ Toneelschool Arnhem de voorstelling De andere kant van de brug.
De uitvoering speelt zich af op het podium van de stadsschouwburg als toneel-op-toneel. Het podium is getooid met de vlaggen van Arnhem, Nederland en Groot-Brittannië. Er staan dranghekken, vuilnisbakken, partytafels. Ergens op de achtergrond werkt een soldaat aan zijn eigen mausoleum. Onderwijl schminkt hij zich zwart.
De voorstelling begint met een man van de gemeentedienst die vuilnisbakken weghaalt. Vervolgens plaatst hij ze allemaal weer terug, want ja, er moeten toch bakken staan. Een EHBO-man neemt zijn post in en voorbijgangers komen op en gaan weer af. Een groep luidruchtige studenten drinkt bier en scoutsmeisjes zingen. Een ruziënd gezin komt ook langs en veteranen met rollator. Het is een begin dat verwachtingen oproept. Maar dan, vreemd: er gebeurt ruim een uur lang niets. De spelers praten net buiten gehoorbereik, bovendien met vaak slechte dictie en roezemoezig. Je wilt weten wat er gezegd wordt maar het lukt niet. De enigen die wel te verstaan zijn, zijn de studenten die met elkaar het fenomeen ‘herdenken’ bespreken.
Wat regisseur Keesen wil laten zien, is een soort slice of life: met puur realisme en ogenschijnlijk zonder ingreep laten zien wat er zoal gebeurt aan de achterkant van een herdenking. Maar op den duur begint het te hinderen, want je kijkt naar iets dat maar geen theater wil worden. En bovendien is het vooral leegte en verveling wat we zien. Afgezien van een enkel rekwistiet zou het ook over willekeurig elke herdenking kunnen gaan.
Interessant wordt het als acteur Dic van Duin als verwarde oude man zijn herinneringen ophaalt aan het strijdtoneel. Hij memoreert een Duitse soldaat die uit wraak, omdat hij een handgranaat naar de geallieerden gooide, door een tank wordt overreden. Om het allemaal als echt te maken. volgt een scène met een opblaastank die uit het hoge toneel komt, rook, geweerschoten, vlammen. Het oorlogstoneel revisited.
Opeens verschijnt uit het niets een podium waarop een interviewer en die Duitse soldaat plaatsnemen, Otto. Hij is verrezen uit de doden. In een veel te lang nagesprek wordt het moment van zijn dood belicht, totdat blijkt dat hij het niet was. Verwarring alom. Opeens zit de Duitse soldaat weer als dood aan tafel. Een opruimer komt op en blaast met een luidruchtige machine alles schoon.
Het is een wonderlijk amalgaam, De andere kant van de brug. Op een bepaalde manier is het onprofessioneel, en dat wekt verbazing. Keesen is een gevestigd regisseur en van de studenten ArtEZ zou je toch meer acteertalent verwachten. Ook de tekst van Teun Smits heeft niet de scherpte om de keerzijde spannend te maken. Het is een voorstelling waarnaar je vooral welwillend kijkt, maar het onderwerp verdient een veel diepere behandeling. Een uur lang geroezemoes is eigenlijk een uur weggeven, en dat is jammer.
Foto Ben van Duin
Bij een gemiddelde toneel voorstelling is het meteen duidelijk voor mij als toeschouwer dat de voorstelling op punt van beginnen staat. Het zaallicht dimt, de gesprekken in de zaal verstommen, de spots op de toneelvloer gaan aan en een verhaal begint.
Zo anders is dat bij de voorstelling De andere kant van de brug die ik op een zondagmiddag zag.
Een deur die open gaat, een man komt op en verdwijnt weer, meer figuren verschijnen, schijnbaar achteloos, communicerend met elkaar op een toon en volume die je hoort als je over straat loopt of staat te wachten op een station. Hier geen door microfoons versterkte tekst met als resultaat dat ik mijn oren en ogen openzet.
Voor ik er erg in heb zijn we een half uur verder en zit ik, als een vlieg op de muur, te kijken naar alle mogelijke bedrijvigheid die vooraf gaat aan een herdenking. Kransen in een hoek, een man die zich transformeert tot levend standbeeld van Duitse soldaat hinten naar de aard van de herdenking. Een bonte stoet aan figuren bevolken, in een uitgekiende mise en scene, als was het een dans, de ruimte.
Het knappe aan het spel van al de jonge acteurs en actrices in opleiding is, dat er mes scherp gespeeld wordt. Geen geïmproviseerd gerommel of gedoe, geen machteloos geschreeuw of overdreven mimiek maar sterk omlijnde figuren die fijntjes hun kistje vol zielenpijn op een kier zetten en daarmee mijn fantasie op volle toeren laat draaien en geen seconde verveeld.
Wat een mooie ervaring voor hen en mij om te voelen en te zien dat je als speler ook in het kleine enorm kunt zijn.
Ik vind de recensie van Kester Freriks niet echt raak en ben dan ook blij met de reaktie van Paul Kooij.
Een tevreden bezoeker!
Ik heb ademloos en ontroerd zitten kijken naar deze voorstelling. Erg goed acteerwerk en speciale effecten, het laat je in stilte achter. De andere kant van de brug tijdens de oorlog op zo’n manier verbeelden is gewaagd en geslaagd!