De coronacrisis dwingt ook het Chassé Theater in Breda om het personeelsbestand in te krimpen. Van 30 medewerkers worden 1 oktober de aflopende arbeidscontracten niet verlengd. Hiermee verdwijnen vijftien fulltime functies bij het theater. (meer…)
‘Bompa, je moet dit vijf sterren geven, hoor!’ Mijn kleinzoon van negen is heel pertinent in zijn beoordeling. Op de tribune heb ik naar hem gekeken. Ik zag hem lachen, huilen, mompelen, met fonkelende ogen constant gericht op wat er gebeurde. En er gebeurt veel. Studio Orka heeft duidelijk weer eens toegeslagen. Ook nu weer voor jong en oud.
Zoals we al jaren gewoon zijn van Studio Orka – dat als jeugdtheater de ene lofuiting en waardering na de andere krijgt van pers, publiek en festivalselecties – speelt het gezelschap ook nu weer op locatie. We zitten aan de rand van een bos en kijken uit op de gevel van een sportcafé dat betere tijden heeft gekend.
Wat doet dit café in een bos, langs een weggetje waarop niemand lijkt te passeren? Veel waterplassen zijn er. Het huis heeft behoorlijk wat vochtproblemen. Zakt het echt een beetje scheef? Heel veel rommel ligt er buiten. Een piano steekt half uit de grond, een bank en een tafel hangen aan touwen in bomen om het huis in evenwicht te houden. Opzij een gedeukte auto met zijn neus in de grond geboord. Het blijkt de gestrande auto te zijn van een rockbandje, dat nog een aantal keer zal spelen en voor de nodige sfeer zorgen.
Met al dat decor gaat er van alles gebeuren. Attributen krijgen een eigen leven, er vliegt en knalt weleens iets door de lucht. Kortom, Studio Orka verrast ons weer met allerlei spullen en voorwerpen op, in en rond de speelplek en verder. Het is het inventieve knutselwerk van Philippe Van de Velde en co, dat met elke productie grootser en ingenieuzer lijkt te worden.
Alice (Janne Desmet) en haar broer Jules (Titus Devoogdt) baten het café annex ‘frietkot’ uit. Het is een heerlijk kibbelend sjofel stel dat plezier maakt, elkaar bewondert, op elkaar afgeeft. Ze trekken alle registers open, weten je te laten gieren, in te pakken, te ontroeren. Ze spreken het publiek rechtstreeks aan, geven weleens commentaar op een kind of volwassen toeschouwer.
Stamgast Meester Daan (Dominique Van Malder) vertelt over zijn klassen. Kinderen gniffelen om al de pesterijen die de leerlingen hem aandoen. Volwassen toeschouwers hebben misschien vooral veel meelij. Het is in ieder geval genieten van Van Malders spel, zo voortreffelijk in alle details, clichés, lerarengrapjes en ditotrucjes. Ulrike Van Ginster (Julie Delrue) komt aan op een koersfiets. Wat zij hier komt doen, wordt beetje bij beetje duidelijk. Ook zij straalt een spelplezier uit waarin je compleet meegaat.
Alle vier de personages zijn aandoenlijk. Je lacht enorm om ze, maar eigenlijk zijn ze zielig. De titel Chasse Patate verwijst naar hen. Het is een term uit de wielersport, waarmee de renner of het groepje renners wordt aangeduid dat tussen de kopgroep en het peloton blijft hangen. Ze willen wel, maar hun inspanningen lukken niet. Grote emoties worden niet geschuwd. Verdriet is intens, vreugde is dolle pret. Maar bij Studio Orka komt dat nooit als overdreven over. De gevoelens zijn echt en passen perfect in elkaar. De slotbeelden zijn om nooit meer te vergeten. Inderdaad, dit is vijf sterren waard.
Foto: Phile Deprez