Mattijs van de Woerd vleit de cello in de armen van Doris Hochscheid. Een meisje reikt de strijkstok aan en positioneert zich achter haar. De bariton verwoordt de herinneringen van deze jonge vrouw, die les kreeg van Jacqueline du Pré (1945-1987) toen zij haar instrument al in geen jaren meer had bespeeld. (meer…)
Vijftien jaar geleden had jazzcomponist Eef van Breen een nachtelijk bijbaantje als postsorteerder. Een van zijn collega’s daar was Chapman, een politieke vluchteling uit Kameroen. Chapman had stijl, hij was serieus, hij vertelde zonder ironie dat hij geld spaarde om terug naar Kameroen te gaan en daar de revolutie te helpen brengen. Het maakte nogal indruk op de conservatoriumstudent, genoeg om er vijftien jaar later een ‘film zonder beeld’ aan te wijden.
Een film zonder beeld, voor alle duidelijkheid, is gewoon een live hoorspel, waarin met voice-over filmische effecten zoals close-ups en scène-overgangen worden opgeroepen. Het hoorspel in kwestie is zelfs bijzonder live: er worden speakers gebruikt, maar alle geluidseffecten worden ter plekke gegenereerd, ook de voetstappen, ook de regen, ook het ritme van schuivende enveloppen in het sorteercentrum, ook de knallen als de revolutie dan uitbreekt. Niks komt uit een blikje. Qua geluidsknutseltechniek een behoorlijke tour de force.
Het filmscenario is snel verteld. Scènes uit een Hollandse buitenwijk. Eef van Breen en Chapman sorteren post. Flash forward. Berichten op de radio. Komisch intermezzo met een keuzemenu. Revolutie. Chapman aan de macht. Aftiteling. Oorspronkelijk zou het verhaal nog verder gaan, Chapman zich ontpoppen tot tiran en de revolutie zijn eigen kinderen opeten; dat is tenminste terug te horen op een aankondiging uit 2014 op de website.
Het maakproces moet aanzienlijk chaotischer zijn geweest dan de uiteindelijke voorstelling. Bij de première maakt Van Breen gewag van eerste ideeën uit zijn conservatoriumtijd, en een reis met de hele groep naar New York in 2012, met het plan om een groot gemeenschappelijk kunstwerk met de hele stad te maken. Daarna kwamen een ‘onderzoeksresidentie’ en opeenvolgende voorlopige presentaties in Den Haag, Groningen en Leiden, en de beoogd regisseur, Matthias Mooij, overleed veel te jong aan longkanker. De ietwat ronkende teksten over het ‘scheppende brein van de luisteraar’ en het ‘activeren van het collectieve visuele archief’ in aanmerking genomen, is het een wonder dat het project niet totaal is ontspoord, en dat het zo’n aangename, kabbelende voorstelling geworden is.
Het resultaat is experimenteel muziektheater waar je gerust je moeder naar kunt meenemen, dat intelligent in elkaar zit, maar dat niet echt potten breekt. De enscenering is simpel en wonderschoon: een woud van lampjes op stokjes en verder bijna niks. In de koude loods van Casco zorgt het voor een artistieke kerststemming. Er zitten wat vervreemdingseffecten in, zoals de stem van Van Breen die door iemand anders wordt ‘gespeeld’, maar niks om van op te schrikken. Dat geldt ook voor de muzikale collage. Alleen tegen het einde, als het volk ‘Chapman for President’ scandeert, wordt het wat grimmiger. Verontrustend? Nee. De gemiddelde oudejaarsavond in een Hollandse buitenwijk is hectischer dan deze revolutie.
Foto: Michael de Roo