De Raad van Toezicht heeft Alida Dors per 1 januari 2021 aangesteld als artistiek directeur van Theater Rotterdam. Dors is sinds april 2020 al artistiek leider van het gezelschap. Samen met algemeen directeur Walter Ligthart vormt ze nu een ’tweehoofdige, meerstemmige directie’ met eindverantwoordelijkheid. (meer…)
Al maanden wordt erover gespeculeerd, maar vandaag is het bevestigd: Johan Simons gaat vanaf 1 januari 2017 Theater Rotterdam leiden. Onder deze noemer vallen het Ro Theater, de Rotterdamse Schouwburg, Wunderbaum en Productiehuis Rotterdam. Simons zal samen met de directies en de toekomstig artistiek leider van het Ro Theater een nieuw model stadstheater ontwerpen. Dit maakte hij vandaag, in aanwezigheid van Koningin Máxima, bekend bij het in ontvangst nemen van de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs.
Dit nieuwe stadstheater gaat van start in de Cultuurplanperiode 2017-2020, met Simons als artistiek directeur. Samen met de partners van Theater Rotterdam ontwikkelt hij een nieuwe structuur waarin gezelschap, collectief en schouwburg een geheel vormen. Talentontwikkeling speelt hierin een centrale rol. De eerste stappen op bestuurlijk niveau zijn inmiddels gezet.
Simons zal zijn werkzaamheden als directeur van Theater Rotterdam combineren met het artistiek leiderschap van NTGent, waar hij vanaf seizoen 2015-2016 opnieuw artistiek leider wordt. Van 2015 tot 2017 is hij tevens intendant van de Ruhrtriënnale in Duitsland.
In zijn dankwoord benadrukte hij dat het theaterlandschap in Nederland een scheiding kent tussen de schouwburg en het gezelschap dat die schouwburg bespeelt. ‘In Gent en München heb ik een ander model leren kennen. Gezelschap en schouwburg vormen één geheel. Het publiek wordt opgenomen in een artistiek verhaal met een grote coherentie. Een schouwburg hoort een kloppend hart voor de stad te zijn.’
Simons: ‘Ik ben blij met de moedige stap die de Raden van Toezicht en directies van de onder Theater Rotterdam samenwerkende organisaties zetten om tot een voor Nederland uniek stadstheater te komen. Samen met alle betrokkenen en de nog aan te trekken artistiek leider voor het Ro Theater wil ik daaraan mijn energie geven en tegelijkertijd zou ik de nieuwe artistiek leider van het Ro Theater willen begeleiden en voorbereiden op het toekomstige artistiek directeurschap van deze nieuwe organisatie.’
Zijn ideaal is een theater waarbinnen verschillende kernen van kunstenaars huizen. ‘Je hebt een vast ensemble, het Ro Theater, je hebt andere kunstenaars en collectieven, zoals Wunderbaum, die autonoom functioneren, elk met een andere werkwijze. Ze kunnen elkaar beïnvloeden doordat ze in hetzelfde huis rondlopen. Eén keer per jaar kunnen ze samen een grote productie maken, in samenwerking met buitenlandse theaters, met wel dertig acteurs en met vele talen die op het podium gesproken worden.’
Ook wil hij de mogelijkheden van een Europese theaterstructuur onderzoeken, waarbij hij zijn ervaringen als intendant van NTGent, de Münchner Kammerspiele en binnenkort van de Ruhrtriënnale wil inzetten. Simons: ‘Een samenwerking tussen Gent, Rotterdam en Hamburg is bijvoorbeeld een concrete mogelijkheid.’ Hij wil met Theater Rotterdam een platform bieden aan nieuwe generaties podiumkunstenaars en een Europees knooppunt worden voor talent dat over de grenzen kijkt en in een internationale context wil werken.
Met de helft van de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs, een bedrag van 75.000 euro, richt hij het Hollandia Fonds op. Hiermee wil hij projecten van jonge theatermakers en gezelschappen ondersteunen die zich buiten de Nederlandse grenzen begeven en op Europees niveau werken, en die nog niet langer dan vijf jaar professioneel actief zijn in het theaterveld. Het Prins Bernhard Cultuurfonds wordt de beheerder.
De naam van het fonds refereert aan zijn artistieke wortels als leider van theatergroepen Hollandia en later ZT Hollandia. Simons ontving de oeuvreprijs vanwege zijn belanghebbende bijdrage aan het theaterlandschap in binnen- en buitenland.
Lees hier de toespraak van Johan Simons tijdens de uitreiking van de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs.
Foto: Maaike Engels